Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 10. Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Artikel 95

Artikel 95 (Schadevergoeding vermogensschade en ander nadeel)

Laatste versie

1. De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel, dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft.

2. Het recht op een vergoeding voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, is niet vatbaar voor beslag. Voor overgang onder algemene titel is voldoende dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken.

Uitleg in duidelijke taal

1. De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel, dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft.

Dit lid bepaalt dat de schade die vergoed moet worden op basis van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, bestaat uit vermogensschade en ander nadeel. Met betrekking tot dit laatste, het ander nadeel, geldt dat er alleen recht op vergoeding hiervan bestaat voor zover de wet dit expliciet toestaat.

2. Het recht op een vergoeding voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, is niet vatbaar voor beslag. Voor overgang onder algemene titel is voldoende dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken.

Dit lid stelt dat het recht op een vergoeding voor nadeel dat niet bestaat uit vermogensschade (ook wel immateriële schade of ander nadeel genoemd), niet vatbaar is voor beslag. Voor de overgang van dit recht onder algemene titel (zoals bij erfopvolging) is het voldoende dat de persoon die recht heeft op de vergoeding (de gerechtigde) aan de tegenpartij (de wederpartij) heeft laten weten (medegedeeld) dat hij of zij aanspraak maakt op de vergoeding.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad776x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1187 - New Hairstyle: maatstaven voor de billijke vergoeding bij vernietigbare opzegging

ECLI:NL:HR:2017:118730 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De billijke vergoeding van art. 7:681 BW heeft geen punitief karakter, maar is bedoeld ter compensatie. Bij de begroting ervan moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden, inclusief de gederfde inkomsten als de arbeidsovereenkomst niet onrechtmatig was beëindigd.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad607x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:164 - Voordeelstoerekening in Effectenleasezaken: De Vaste Methode van de Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:1643 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt een vaste, uniforme methode vast voor voordeelstoerekening in effectenleasezaken. Genoten voordelen worden eerst in mindering gebracht op de schade bestaande uit betaalde en onbetaalde termijnen (in chronologische volgorde) en pas daarna op een eventuele restschuld.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad137x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1483 - TenneT/ABB: Het doorberekeningsverweer bij kartelschade en de vrije keuze van de rechter

ECLI:NL:HR:2016:14838 juli 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een doorberekeningsverweer bij kartelschade zowel via het schadebegrip (art. 6:97 BW) als via voordeelstoerekening (art. 6:100 BW) kan worden beoordeeld. De rechter is vrij in deze keuze, aangezien beide benaderingen neerkomen op een redelijkheidstoets.

BestuursrechtMededingingsrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad97x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1465 - Woninginbraak en emotionele waarde: niet automatisch recht op smartengeld

ECLI:NL:HR:2019:146515 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor toekenning van immateriële schade na een woninginbraak meer nodig is dan de inbreuk op privacy en het verlies van goederen met emotionele waarde. Er moet sprake zijn van een concreet onderbouwde 'aantasting in de persoon'.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZC2740

ECLI:NL:HR:1998:ZC274016 oktober 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:868 - Inrijden op politieauto's bewijst niet automatisch oogmerk op immateriële schade

ECLI:NL:HR:2020:86826 mei 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het opzettelijk creëren van een gevaarlijke situatie, zoals inrijden op een politieauto, is onvoldoende om het specifieke 'oogmerk' tot het toebrengen van immateriële schade (art. 6:106 lid 1 sub a BW) aan te nemen. Hiervoor moet de intentie om dergelijke schade te veroorzaken apart worden vastgesteld.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2775

ECLI:NL:HR:2001:AB277526 oktober 2001Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1956 - Immateriële schadevergoeding bij ernstige belaging zonder vastgesteld geestelijk letsel

ECLI:NL:HR:2020:19568 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij langdurige, intensieve belaging die de persoonlijke levenssfeer ernstig aantast, kunnen de nadelige gevolgen zo voor de hand liggen dat een 'aantasting in de persoon' wordt aangenomen. Dit rechtvaardigt immateriële schadevergoeding, ook zonder objectief vastgesteld geestelijk letsel.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:33 - Hoge Raad: Motivering Immateriële Schadevergoeding bij Belaging is Essentieel

ECLI:NL:HR:2023:3331 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een hof zijn beslissing tot toekenning van immateriële schadevergoeding onvoldoende motiveert als niet blijkt op welke grondslag van artikel 6:106 BW en op welke concrete omstandigheden de toewijzing is gebaseerd, zeker bij een gemotiveerde betwisting.

Civiel RechtLetselschaderecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht