Artikel 9 (Aanvaarding afstand en uitstel betaling hoofdelijkheid)
1. Iedere hoofdelijke schuldenaar is bevoegd namens de overige schuldenaren een aanbod tot afstand om niet van het vorderingsrecht te aanvaarden, voor zover de afstand ook de andere schuldenaren betreft.
2. Uitstel van betaling, door de schuldeiser aan een der schuldenaren verleend, werkt ook ten aanzien van zijn medeschuldenaren, voor zover blijkt dat dit de bedoeling van de schuldeiser is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Iedere hoofdelijke schuldenaar is bevoegd namens de overige schuldenaren een aanbod tot afstand om niet van het vorderingsrecht te aanvaarden, voor zover de afstand ook de andere schuldenaren betreft.
Dit betekent dat elke hoofdelijke schuldenaar de bevoegdheid heeft om, handelend namens de overige schuldenaren, een aanbod tot afstand om niet van het vorderingsrecht te aanvaarden. Deze bevoegdheid geldt echter alleen voor zover de afstand (van het vorderingsrecht) ook de andere schuldenaren betreft.
2. Uitstel van betaling, door de schuldeiser aan een der schuldenaren verleend, werkt ook ten aanzien van zijn medeschuldenaren, voor zover blijkt dat dit de bedoeling van de schuldeiser is.
Dit houdt in dat uitstel van betaling, dat door de schuldeiser aan een der schuldenaren is verleend, eveneens effect heeft (werkt ook) ten aanzien van zijn medeschuldenaren. Dit is echter alleen het geval voor zover blijkt dat dit de bedoeling van de schuldeiser is.