Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 9. De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis
§ 3. Verdere gevolgen van niet-nakoming
Artikel 88

Artikel 88 (Termijnstelling schuldenaar keuze schuldeiser)

Laatste versie

1. De schuldenaar die in de nakoming van zijn verbintenis is tekort geschoten, kan aan de schuldeiser een redelijke termijn stellen, waarbinnen deze moet mededelen welke van de hem bij de aanvang van de termijn ten dienste staande middelen hij wenst uit te oefenen, op straffe van slechts aanspraak te kunnen maken:

a. op de schadevergoeding waarop de tekortkoming recht geeft en, zo de verbintenis strekt tot betaling van een geldsom, op die geldsom; b. op ontbinding van de overeenkomst waaruit de verbintenis voortspruit, indien de schuldenaar zich erop beroept dat de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.

2. Heeft de schuldeiser nakoming verlangd, doch wordt daaraan niet binnen een redelijke termijn voldaan, dan kan hij al zijn rechten wederom doen gelden; het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De schuldenaar die in de nakoming van zijn verbintenis is tekort geschoten, kan aan de schuldeiser een redelijke termijn stellen, waarbinnen deze moet mededelen welke van de hem bij de aanvang van de termijn ten dienste staande middelen hij wenst uit te oefenen, op straffe van slechts aanspraak te kunnen maken:

Dit betekent dat de schuldenaar die zijn verplichting (verbintenis) niet correct is nagekomen (tekort geschoten), de schuldeiser een redelijke periode (termijn) mag geven. Binnen deze periode moet de schuldeiser laten weten welke van de juridische middelen, die hem aan het begin van die periode ter beschikking stonden, hij wil gebruiken. Doet de schuldeiser dit niet, dan heeft hij alleen nog recht op de hieronder genoemde aanspraken (op straffe van slechts aanspraak te kunnen maken):

a. op de schadevergoeding waarop de tekortkoming recht geeft en, zo de verbintenis strekt tot betaling van een geldsom, op die geldsom;

Dit betekent dat de schuldeiser dan alleen aanspraak kan maken op:

  • de schadevergoeding die voortvloeit uit de tekortkoming;
  • en, als de verbintenis de betaling van een geldbedrag inhoudt, op dat geldbedrag.

b. op ontbinding van de overeenkomst waaruit de verbintenis voortspruit, indien de schuldenaar zich erop beroept dat de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.

Dit betekent dat de schuldeiser dan alleen aanspraak kan maken op:

  • ontbinding van de overeenkomst waar de verbintenis uit voortkomt, maar alleen als de schuldenaar stelt (zich erop beroept) dat de tekortkoming hem niet kan worden verweten (toegerekend).

2. Heeft de schuldeiser nakoming verlangd, doch wordt daaraan niet binnen een redelijke termijn voldaan, dan kan hij al zijn rechten wederom doen gelden; het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent: Als de schuldeiser heeft geëist dat de schuldenaar de verbintenis nakomt (nakoming verlangd), maar de schuldenaar voldoet hier niet aan binnen een redelijke termijn, dan kan de schuldeiser opnieuw al zijn rechten uitoefenen. Lid 1 van dit artikel is dan op een vergelijkbare manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).