Artikel 80 (Gevolgen niet-nakoming vóór opeisbaarheid)
1. De gevolgen van niet-nakoming treden reeds in voordat de vordering opeisbaar is:
a. indien vaststaat dat nakoming zonder tekortkoming onmogelijk zal zijn; b. indien de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming zal tekortschieten; of c. indien de schuldeiser goede gronden heeft te vrezen dat de schuldenaar in de nakoming zal tekortschieten en deze niet voldoet aan een schriftelijke aanmaning met opgave van die gronden om zich binnen een bij die aanmaning gestelde redelijke termijn bereid te verklaren zijn verplichtingen na te komen.
2. Het oorspronkelijke tijdstip van opeisbaarheid blijft gelden voor de verschuldigdheid van schadevergoeding wegens vertraging en de toerekening aan de schuldenaar van onmogelijk worden van nakoming tijdens zijn verzuim.
Uitleg in duidelijke taal
1. De gevolgen van niet-nakoming treden reeds in voordat de vordering opeisbaar is:
Dit betekent dat de consequenties van het niet nakomen van een verplichting al kunnen ontstaan nog voordat de prestatie volgens afspraak of wet opgeëist kan worden, namelijk in de volgende situaties:
a. indien vaststaat dat nakoming zonder tekortkoming onmogelijk zal zijn;
Dit is het geval als het zeker is dat het uitvoeren van de verplichting op de juiste manier (zonder tekortkoming) niet meer mogelijk zal zijn.
b. indien de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming zal tekortschieten; of
Dit is het geval als de schuldeiser uit een bericht van de schuldenaar moet begrijpen dat de schuldenaar zijn verplichting niet zal nakomen.
c. indien de schuldeiser goede gronden heeft te vrezen dat de schuldenaar in de nakoming zal tekortschieten en deze niet voldoet aan een schriftelijke aanmaning met opgave van die gronden om zich binnen een bij die aanmaning gestelde redelijke termijn bereid te verklaren zijn verplichtingen na te komen.
Dit is het geval als de schuldeiser gegronde redenen heeft om te vrezen dat de schuldenaar zijn verplichting niet zal nakomen, en de schuldenaar niet reageert op een schriftelijke sommatie. In deze sommatie moeten die redenen staan en moet de schuldenaar gevraagd worden om binnen een redelijke periode, die in de sommatie is genoemd, te verklaren dat hij zijn verplichtingen zal nakomen.
2. Het oorspronkelijke tijdstip van opeisbaarheid blijft gelden voor de verschuldigdheid van schadevergoeding wegens vertraging en de toerekening aan de schuldenaar van onmogelijk worden van nakoming tijdens zijn verzuim.
Dit betekent dat het oorspronkelijke moment waarop de prestatie opgeëist kon worden, van toepassing blijft voor de plicht tot het betalen van schadevergoeding door te late nakoming. Dit geldt ook voor het toerekenen aan de schuldenaar van het feit dat nakoming onmogelijk is geworden terwijl hij al in verzuim was.