Artikel 6 (Gelijke delen of hoofdelijke verbondenheid)
1. Is een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd, dan zijn zij ieder voor een gelijk deel verbonden, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn.
2. Is de prestatie ondeelbaar of vloeit uit wet, gewoonte of rechtshandeling voort dat de schuldenaren ten aanzien van een zelfde schuld ieder voor het geheel aansprakelijk zijn, dan zijn zij hoofdelijk verbonden.
3. Uit een overeenkomst van een schuldenaar met zijn schuldeiser kan voortvloeien dat, wanneer de schuld op twee of meer rechtsopvolgers overgaat, dezen voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zullen zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Is een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd, dan zijn zij ieder voor een gelijk deel verbonden, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn.
Dit lid stelt dat als een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd is, zij ieder voor een gelijk deel verbonden zijn. Dit is anders als uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn.
2. Is de prestatie ondeelbaar of vloeit uit wet, gewoonte of rechtshandeling voort dat de schuldenaren ten aanzien van een zelfde schuld ieder voor het geheel aansprakelijk zijn, dan zijn zij hoofdelijk verbonden.
Dit lid bepaalt dat schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn indien de prestatie ondeelbaar is. Zij zijn eveneens hoofdelijk verbonden als uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat de schuldenaren ten aanzien van een zelfde schuld ieder voor het geheel aansprakelijk zijn.
3. Uit een overeenkomst van een schuldenaar met zijn schuldeiser kan voortvloeien dat, wanneer de schuld op twee of meer rechtsopvolgers overgaat, dezen voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zullen zijn.
Dit lid stelt dat uit een overeenkomst van een schuldenaar met zijn schuldeiser kan voortvloeien dat, wanneer de schuld op twee of meer rechtsopvolgers overgaat, deze rechtsopvolgers voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zullen zijn.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort - 6 juni 2016
Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.
ECLI:NL:HR:2004:AO8198 - Hoge Raad - 16 september 2004
ECLI:NL:HR:2010:BM6085 - Uitleg 'winst uit onderneming' in huwelijkse voorwaarden conform Haviltex-maatstaf - 2 september 2010
De uitleg van huwelijkse voorwaarden geschiedt via de Haviltex-maatstaf. Wanneer partijen voor het inkomensbegrip expliciet aansluiten bij de fiscale wetgeving van destijds, kan dit betekenen dat winst uit een vennootschap (zoals dividend) niet onder 'winst uit onderneming' valt en dus buiten de verrekening blijft.
ECLI:NL:HR:2019:649 - VOF failliet: positie werknemersvorderingen in privéschuldsanering van de vennoten - 18 april 2019
Een arbeidsovereenkomst met een VOF geldt als een overeenkomst met de gezamenlijke vennoten. Hierdoor zijn vorderingen van werknemers (en UWV) niet alleen preferent op het VOF-vermogen, maar ook op het privévermogen van elke vennoot in diens faillissement of schuldsanering.
ECLI:NL:HR:2015:878 - Ontneming voordeel criminele organisatie en grenzen hoofdelijke aansprakelijkheid - 6 april 2015
De Hoge Raad oordeelt dat voor ontneming van voordeel uit een criminele organisatie gemotiveerd moet worden dat de deelnemer feitelijk deelde in de opbrengst. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor het totale voordeel is slechts mogelijk als het voordeel als 'gemeenschappelijk' kan worden aangemerkt, waarover elke dader kon beschikken.
ECLI:NL:HR:2014:3532 - Nietige exploitatieovereenkomst en de waardebepaling bij onverschuldigde betaling - 4 december 2014
Een exploitatieovereenkomst die is gesloten in strijd met de toepasselijke exploitatieverordening, is nietig wegens strijd met de openbare orde. Bij een vordering uit onverschuldigde betaling moet de waarde van de prestatie worden vastgesteld op het laagste van de marktwaarde en het bedrag volgens de verordening.
ECLI:NL:RBZWB:2024:3575 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 april 2024
ECLI:NL:HR:2015:873 - Ontneming en hoofdelijke aansprakelijkheid: alleen bij gemeenschappelijk voordeel - 6 april 2015
Hoofdelijke aansprakelijkheid bij een ontnemingsvordering (art. 36e lid 7 Sr) is slechts mogelijk als het voordeel als 'gemeenschappelijk voordeel' kan worden aangemerkt. Dit vereist dat iedere mededader over het gehele voordeel kon beschikken. Anders geldt als uitgangspunt pondspondsgewijze toerekening.
ECLI:NL:HR:2019:1292 - Uitleg huwelijkse voorwaarden: investering in erfpacht en potovereenkomst - 29 augustus 2019
De Hoge Raad oordeelt dat de motivering van een hof over een 'potovereenkomst' naast huwelijkse voorwaarden onbegrijpelijk kan zijn. Tevens dient bij een vergoedingsrecht beoordeeld te worden of investeringen in een erfpachtgoed het vermogen van de erfpachter hebben gebaat, ook via waardevermeerdering van het erfpachtrecht zelf.
ECLI:NL:HR:2015:881 - Ontneming bij criminele organisatie: motivering voordeel en hoofdelijke aansprakelijkheid - 6 april 2015
Voor ontneming van voordeel uit een criminele organisatie is de enkele vaststelling dat de organisatie winst maakte onvoldoende. De rechter moet motiveren dat de individuele deelnemer feitelijk deelde in de opbrengst. Hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 36e, lid 7 Sr) vereist dat het voordeel gemeenschappelijk was.