Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 6. Nakoming van verbintenissen
Artikel 49

Artikel 49 (Kwijting en afgifte toonder- orderpapier)

Laatste versie

1. Bij voldoening van een vordering aan toonder of order kan de schuldenaar eisen dat een kwijting op het papier wordt gesteld en dat hem het papier wordt afgegeven.

2. Indien de voldoening niet de gehele vordering betreft of de schuldeiser het papier nog voor de uitoefening van andere rechten nodig heeft, kan hij het papier behouden, mits hij naast de kwijting die op het papier is gesteld, tevens een afzonderlijke kwijting afgeeft.

3. Hij kan, ongeacht of geheel of gedeeltelijk voldaan wordt volstaan met de enkele afgifte van een kwijting, mits hij op verlangen van de wederpartij aantoont dat het papier vernietigd of waardeloos geworden is, of zekerheid stelt voor twintig jaren of een zoveel kortere tijdsduur als verwacht mag worden dat de wederpartij nog aan een vordering uit hoofde van het papier bloot zal kunnen staan.

4. De schuldenaar kan de nakoming van zijn verbintenis opschorten, indien de schuldeiser niet aan de vorige leden voldoet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij voldoening van een vordering aan toonder of order kan de schuldenaar eisen dat een kwijting op het papier wordt gesteld en dat hem het papier wordt afgegeven.

Dit lid bepaalt dat wanneer een schuldenaar een vordering betaalt die is vastgelegd op een papier aan toonder of order, de schuldenaar het recht heeft te eisen dat een bewijs van betaling (kwijting) op dat papier wordt geschreven en dat het papier aan hem wordt overhandigd.

2. Indien de voldoening niet de gehele vordering betreft of de schuldeiser het papier nog voor de uitoefening van andere rechten nodig heeft, kan hij het papier behouden, mits hij naast de kwijting die op het papier is gesteld, tevens een afzonderlijke kwijting afgeeft.

Dit lid stelt dat als de betaling (voldoening) niet de volledige vordering dekt, of als de schuldeiser het papier nog nodig heeft om andere rechten uit te oefenen, de schuldeiser het papier mag houden. Dit is echter alleen toegestaan op voorwaarde dat hij, naast de kwijting die op het papier is vermeld, ook een apart (afzonderlijk) bewijs van betaling (kwijting) verstrekt.

3. Hij kan, ongeacht of geheel of gedeeltelijk voldaan wordt volstaan met de enkele afgifte van een kwijting, mits hij op verlangen van de wederpartij aantoont dat het papier vernietigd of waardeloos geworden is, of zekerheid stelt voor twintig jaren of een zoveel kortere tijdsduur als verwacht mag worden dat de wederpartij nog aan een vordering uit hoofde van het papier bloot zal kunnen staan.

Dit lid geeft aan dat de schuldeiser, ongeacht of de vordering volledig of slechts gedeeltelijk is betaald (voldaan), kan volstaan met het enkel afgeven van een kwijting (en dus niet per se het papier zelf). Dit mag echter alleen op voorwaarde dat hij, als de schuldenaar (wederpartij) daarom vraagt (op verlangen van de wederpartij), aantoont dat het papier vernietigd is of waardeloos is geworden. Een andere mogelijkheid is dat de schuldeiser zekerheid stelt voor een periode van twintig jaar, of voor een kortere periode als verwacht mag worden dat de schuldenaar (wederpartij) nog voor een kortere duur aan een vordering op basis van (uit hoofde van) het papier blootgesteld zal kunnen worden.

4. De schuldenaar kan de nakoming van zijn verbintenis opschorten, indien de schuldeiser niet aan de vorige leden voldoet.

Dit lid bepaalt dat de schuldenaar de uitvoering (nakoming) van zijn verplichting (verbintenis) mag uitstellen (opschorten) als de schuldeiser niet voldoet aan de eisen die in de voorgaande leden (lid 1, 2 en 3) van dit artikel zijn gesteld.