Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 5. Wederkerige overeenkomsten
Artikel 278

Artikel 278 (Bijbetalingsplicht waardewijziging na ontbinding)

Laatste versie

1. De partij die ontbinding kiest van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen hetgeen wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, is verplicht door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen, indien aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.

2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft en aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. De partij die ontbinding kiest van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen hetgeen wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, is verplicht door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen, indien aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.

Dit betekent letterlijk: Indien een partij kiest voor de ontbinding van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen datgene wat wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, dan is deze partij verplicht om door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen. Deze verplichting geldt op voorwaarde dat het aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.

2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft en aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.

Dit betekent letterlijk: De bepaling van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing in het geval dat de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op een andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft. Dit geldt eveneens onder de voorwaarde dat het aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.

Gerelateerde rechtspraak