Artikel 278 (Bijbetalingsplicht waardewijziging na ontbinding)
1. De partij die ontbinding kiest van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen hetgeen wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, is verplicht door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen, indien aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.
2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft en aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. De partij die ontbinding kiest van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen hetgeen wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, is verplicht door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen, indien aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.
Dit betekent letterlijk: Indien een partij kiest voor de ontbinding van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen datgene wat wederzijds bij ongedaanmaking zou moeten worden verricht, zich te haren gunste heeft gewijzigd, dan is deze partij verplicht om door bijbetaling de oorspronkelijke waardeverhouding te herstellen. Deze verplichting geldt op voorwaarde dat het aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging geen ontbinding zou hebben gekozen.
2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft en aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.
Dit betekent letterlijk: De bepaling van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing in het geval dat de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden, op een andere grond dan ontbinding de stoot tot ongedaanmaking geeft. Dit geldt eveneens onder de voorwaarde dat het aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging niet zou zijn overgegaan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2008:BC2837
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:HR:2019:1046 - Hoge Raad over Dwaling, Nadeel en Mededelingsplicht bij Renteswaps
Voor een beroep op dwaling bij renteswaps is nadeel niet vereist, maar de gevolgen van vernietiging kunnen worden beperkt om onredelijke voordelen te voorkomen. Een bank voldoet aan haar mededelingsplicht met duidelijke productinformatie. Een verborgen marge is zelden een succesvolle grond voor dwaling.