Artikel 261 (Wederkerige overeenkomst definitie en toepassing)
1. Een overeenkomst is wederkerig, indien elk van beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.
2. De bepalingen omtrent wederkerige overeenkomsten zijn van overeenkomstige toepassing op andere rechtsbetrekkingen die strekken tot het wederzijds verrichten van prestaties, voor zover de aard van die rechtsbetrekkingen zich daartegen niet verzet.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een overeenkomst is wederkerig, indien elk van beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.
Dit eerste lid preciseert wanneer een overeenkomst
als wederkerig
wordt aangemerkt. Dit is het geval indien elke partij
een verbintenis
op zich neemt met het doel de prestatie
te verkrijgen waartoe de wederpartij
zich in ruil daarvoor jegens haar verbindt
.
2. De bepalingen omtrent wederkerige overeenkomsten zijn van overeenkomstige toepassing op andere rechtsbetrekkingen die strekken tot het wederzijds verrichten van prestaties, voor zover de aard van die rechtsbetrekkingen zich daartegen niet verzet.
Het tweede lid stelt dat de bepalingen
die gelden voor wederkerige overeenkomsten
op een vergelijkbare wijze (overeenkomstige toepassing
) van kracht zijn op andere rechtsbetrekkingen
. Dit geldt voor rechtsbetrekkingen
die gericht zijn op het wederzijds verrichten van prestaties
, mits de specifieke aard van die rechtsbetrekkingen
zich hier niet tegen verzet
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BP4340
ECLI:NL:HR:2018:915 - Borgtocht en zorgplicht: geen ontbinding bij eenzijdige overeenkomst
Een borgtochtovereenkomst is in beginsel eenzijdig, niet wederkerig. Een schending van de zorgplicht door de schuldeiser geeft de borg daarom geen recht op ontbinding (art. 6:265 BW), maar mogelijk wel op schadevergoeding. De aard van de overeenkomst verzet zich tegen ontbinding.