Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 4. Rechtsgevolgen van overeenkomsten
Artikel 260

Artikel 260 (Rechterlijke wijziging ontbinding overeenkomst voorwaarden inschrijving)

Laatste versie

1. Een wijziging of ontbinding als bedoeld in de artikelen 258 en 259 kan worden uitgesproken onder door de rechter te stellen voorwaarden.

2. Indien hij op grond van die artikelen de overeenkomst wijzigt of gedeeltelijk ontbindt, kan hij bepalen dat een of meer der partijen de overeenkomst binnen een bij de uitspraak vast te stellen termijn door een schriftelijke verklaring geheel zal kunnen ontbinden. De wijziging of gedeeltelijke ontbinding treedt niet in, voordat deze termijn is verstreken.

3. Is de overeenkomst die op grond van de artikelen 258 en 259 wordt gewijzigd of geheel of gedeeltelijk ontbonden, ingeschreven in de openbare registers, dan kan ook de uitspraak waarbij de wijziging of ontbinding plaatsvond, daarin worden ingeschreven, mits deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan of uitvoerbaar bij voorraad is.

4. Wordt iemand te dier zake gedagvaard aan zijn overeenkomstig artikel 252 lid 2, eerste zin, gekozen woonplaats, dan zijn daarmee tevens gedagvaard al zijn rechtverkrijgenden die geen nieuwe inschrijving hebben genomen. Artikel 29 lid 2 en lid 3, tweede tot en met vierde zin, van Boek 3 zijn van overeenkomstige toepassing.

5. Andere rechtsfeiten die een ingeschreven overeenkomst wijzigen of beëindigen, zijn eveneens inschrijfbaar, voor zover het rechterlijke uitspraken betreft mits zij in kracht van gewijsde zijn gegaan of uitvoerbaar bij voorraad zijn.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een wijziging of ontbinding als bedoeld in de artikelen 258 en 259 kan worden uitgesproken onder door de rechter te stellen voorwaarden.

Dit betekent dat de rechter een wijziging of ontbinding van een overeenkomst, zoals omschreven in de artikelen 258 en 259, kan uitspreken. Aan deze uitspraak kan de rechter specifieke voorwaarden verbinden.

2. Indien hij op grond van die artikelen de overeenkomst wijzigt of gedeeltelijk ontbindt, kan hij bepalen dat een of meer der partijen de overeenkomst binnen een bij de uitspraak vast te stellen termijn door een schriftelijke verklaring geheel zal kunnen ontbinden. De wijziging of gedeeltelijke ontbinding treedt niet in, voordat deze termijn is verstreken.

Dit betekent dat als de rechter op basis van de artikelen 258 en 259 de overeenkomst aanpast (wijzigt) of voor een deel beëindigt (gedeeltelijk ontbindt), hij kan beslissen dat één of meer van de betrokken partijen de overeenkomst alsnog volledig mogen beëindigen. Dit moet dan gebeuren binnen een termijn die in de rechterlijke uitspraak wordt vastgelegd en via een schriftelijke verklaring. De aanpassing of gedeeltelijke beëindiging wordt pas van kracht nadat deze termijn voorbij is.

3. Is de overeenkomst die op grond van de artikelen 258 en 259 wordt gewijzigd of geheel of gedeeltelijk ontbonden, ingeschreven in de openbare registers, dan kan ook de uitspraak waarbij de wijziging of ontbinding plaatsvond, daarin worden ingeschreven, mits deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan of uitvoerbaar bij voorraad is.

Dit betekent dat als een overeenkomst die op basis van de artikelen 258 en 259 is aangepast of geheel of gedeeltelijk beëindigd, was ingeschreven in de openbare registers, de rechterlijke uitspraak die deze aanpassing of beëindiging heeft veroorzaakt, ook in die registers kan worden ingeschreven. Dit mag echter alleen als de uitspraak definitief is (in kracht van gewijsde is gegaan) of als deze onmiddellijk mag worden uitgevoerd (uitvoerbaar bij voorraad is).

4. Wordt iemand te dier zake gedagvaard aan zijn overeenkomstig artikel 252 lid 2, eerste zin, gekozen woonplaats, dan zijn daarmee tevens gedagvaard al zijn rechtverkrijgenden die geen nieuwe inschrijving hebben genomen. Artikel 29 lid 2 en lid 3, tweede tot en met vierde zin, van Boek 3 zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat als iemand in verband met deze zaak wordt opgeroepen voor de rechter (gedagvaard) op de woonplaats die hij volgens artikel 252 lid 2, eerste zin, heeft gekozen, daarmee ook al zijn rechtsopvolgers (rechtverkrijgenden) die nog geen nieuwe registratie (inschrijving) van hun rechten hebben gedaan, als gedagvaard worden beschouwd. De bepalingen van artikel 29 lid 2 en lid 3, tweede tot en met vierde zin, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn hierop op een vergelijkbare manier van toepassing.

5. Andere rechtsfeiten die een ingeschreven overeenkomst wijzigen of beëindigen, zijn eveneens inschrijfbaar, voor zover het rechterlijke uitspraken betreft mits zij in kracht van gewijsde zijn gegaan of uitvoerbaar bij voorraad zijn.

Dit betekent dat ook andere juridische gebeurtenissen (rechtsfeiten) die een reeds in de openbare registers ingeschreven overeenkomst aanpassen (wijzigen) of beëindigen, in die registers kunnen worden ingeschreven. Dit geldt specifiek voor rechterlijke uitspraken, op voorwaarde dat deze uitspraken definitief zijn geworden (in kracht van gewijsde zijn gegaan) of onmiddellijk mogen worden uitgevoerd (uitvoerbaar bij voorraad zijn).