Artikel 25 (Ongedaanmaking prestatie bij opschortende voorwaarde)
Is een krachtens een verbintenis onder opschortende voorwaarde verschuldigde prestatie vóór de vervulling van de voorwaarde verricht, dan kan overeenkomstig afdeling 2 van titel 4 ongedaanmaking van de prestatie worden gevorderd, zolang de voorwaarde niet in vervulling is gegaan.
Uitleg in duidelijke taal
Is een krachtens een verbintenis onder opschortende voorwaarde verschuldigde prestatie vóór de vervulling van de voorwaarde verricht, dan kan overeenkomstig afdeling 2 van titel 4 ongedaanmaking van de prestatie worden gevorderd, zolang de voorwaarde niet in vervulling is gegaan.
Dit artikel betekent letterlijk dat als een prestatie die verschuldigd is krachtens een verbintenis onder opschortende voorwaarde, is verricht vóór de vervulling van die voorwaarde, dan kan de ongedaanmaking van deze prestatie worden gevorderd. Dit moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van titel 4, en dit kan zolang de voorwaarde nog niet in vervulling is gegaan.