Artikel 248 (Rechtsgevolgen overeenkomst, redelijkheid en billijkheid)
1. Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
2. Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
Dit betekent dat een overeenkomst niet uitsluitend de rechtsgevolgen met zich meebrengt die de partijen letterlijk hebben afgesproken. Daarnaast omvat een overeenkomst ook de rechtsgevolgen die, afhankelijk van het type overeenkomst, voortkomen uit de wet, de gewoonte, of wat redelijk en billijk wordt geacht.
2. Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Dit houdt in dat een regel die normaliter tussen de partijen zou gelden op grond van hun overeenkomst, toch niet van kracht is, wanneer de toepassing ervan in de specifieke situatie, beoordeeld naar de normen van redelijkheid en billijkheid, als onacceptabel zou worden beschouwd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand - 11 november 2021
De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.
ECLI:NL:HR:2021:1974 - Huurprijscorrectie coronacrisis: onvoorziene omstandigheid, geen gebrek - 23 december 2021
De gedwongen sluiting van 290-bedrijfsruimte door overheidsmaatregelen tijdens de coronapandemie is geen gebrek (art. 7:204 BW), maar een onvoorziene omstandigheid (art. 6:258 BW). Dit rechtvaardigt een huurprijsvermindering, waarbij het nadeel in beginsel gelijk wordt verdeeld tussen huurder en verhuurder.
ECLI:NL:HR:2018:141 - Opzegging van duurovereenkomsten: contractuele afspraken en de grenzen van redelijkheid - 1 februari 2018
Dit arrest verduidelijkt de regels voor opzegging van duurovereenkomsten. Als partijen een opzeggingsregeling zijn overeengekomen, is een beroep daarop in beginsel geldig. Toetsing vindt dan plaats via de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW), niet de aanvullende werking.
ECLI:NL:HR:2016:2687 - FNV/Condor: Uitleg Sociaal Plan en de Grenzen van de CAO-norm - 24 november 2016
In bijzondere omstandigheden, waarin alle betrokken partijen in de procedure zijn vertegenwoordigd, kan bij de uitleg van een sociaal plan worden afgeweken van de strikte CAO-norm. De voor derden niet-kenbare partijbedoeling en niet-openbare stukken mogen dan wel worden meegewogen.
ECLI:NL:HR:2007:BA4909 - Hoge Raad - 28 juni 2007
ECLI:NL:HR:2014:2929 - Opzegging kredietovereenkomst: belangenafweging en partiële onaanvaardbaarheid - 9 oktober 2014
Het gebruik van een contractuele bevoegdheid tot opzegging van een kredietovereenkomst kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW) partieel onaanvaardbaar zijn. Een rechter mag onderscheid maken tussen verschillende onderdelen van de overeenkomst, zoals een rekening-courant en rentevaste leningen met boeteclausule.
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen - 11 februari 2016
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:HR:2014:3679 - Zorgverzekering: uitzondering op dwingendrechtelijk pakket bij niet-verdisconteerde omstandigheden - 18 december 2014
Een zorgverzekeraar kan in zeer uitzonderlijke gevallen verplicht worden tot vergoeding van zorg buiten het dwingendrechtelijk vastgestelde pakket. Dit is mogelijk als strikte toepassing van de dekkingsbeperking onaanvaardbaar is door bijzondere omstandigheden die de wetgever niet in zijn afweging heeft verdisconteerd.
ECLI:NL:HR:2019:707 - Vergoedingsrecht samenwoners: geen analogie met huwelijk, toets via verbintenissenrecht. - 9 mei 2019
Voor informeel samenwonenden geldt geen analoog vergoedingsrecht zoals bij gehuwden. Een vordering tot vergoeding van een investering in de woning van de ander moet worden beoordeeld aan de hand van het algemene verbintenissenrecht (overeenkomst, ongerechtvaardigde verrijking) of de redelijkheid en billijkheid.
ECLI:NL:HR:2019:1046 - Hoge Raad over Dwaling, Nadeel en Mededelingsplicht bij Renteswaps - 27 juni 2019
Voor een beroep op dwaling bij renteswaps is nadeel niet vereist, maar de gevolgen van vernietiging kunnen worden beperkt om onredelijke voordelen te voorkomen. Een bank voldoet aan haar mededelingsplicht met duidelijke productinformatie. Een verborgen marge is zelden een succesvolle grond voor dwaling.