Artikel 236 (Zwarte lijst bedingen algemene voorwaarden)
Bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemene voorwaarden voorkomend beding a. dat de wederpartij geheel en onvoorwaardelijk het recht ontneemt de door de gebruiker toegezegde prestatie op te eisen; b. dat de aan de wederpartij toekomende bevoegdheid tot ontbinding, zoals deze in afdeling 5 van titel 5 is geregeld, uitsluit of beperkt; c. dat een de wederpartij volgens de wet toekomende bevoegdheid tot opschorting van de nakoming uitsluit of beperkt of de gebruiker een verdergaande bevoegdheid tot opschorting verleent dan hem volgens de wet toekomt; d. dat de beoordeling van de vraag of de gebruiker in de nakoming van een of meer van zijn verbintenissen is te kort geschoten aan hem zelf overlaat, of dat de uitoefening van de rechten die de wederpartij ter zake van een zodanige tekortkoming volgens de wet toekomen, afhankelijk stelt van de voorwaarde dat deze eerst een derde in rechte heeft aangesproken; e. krachtens hetwelk de wederpartij aan de gebruiker bij voorbaat toestemming verleent zijn uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen op een der in afdeling 3 van titel 2 bedoelde wijzen op een derde te doen overgaan, tenzij de wederpartij te allen tijde de bevoegdheid heeft de overeenkomst te ontbinden, of de gebruiker jegens de wederpartij aansprakelijk is voor de nakoming door de derde, of de overgang plaatsvindt in verband met de overdracht van een onderneming waartoe zowel die verplichtingen als de daartegenover bedongen rechten behoren; f. dat voor het geval uit de overeenkomst voor de gebruiker voortvloeiende rechten op een derde overgaan, ertoe strekt bevoegdheden of verweermiddelen die de wederpartij volgens de wet jegens die derde zou kunnen doen gelden, uit te sluiten of te beperken; g. dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de wederpartij enig recht moet geldend maken, tot een verjarings- onderscheidenlijk vervaltermijn van minder dan een jaar verkort; h. dat voor het geval bij de uitvoering van de overeenkomst schade aan een derde wordt toegebracht door de gebruiker of door een persoon of zaak waarvoor deze aansprakelijk is, de wederpartij verplicht deze schade hetzij aan de derde te vergoeden, hetzij in haar verhouding tot de gebruiker voor een groter deel te dragen dan waartoe zij volgens de wet verplicht zou zijn; i. dat de gebruiker de bevoegdheid geeft de door hem bedongen prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst te verhogen, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden; j. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van zaken, elektriciteit, warmte en koude daaronder begrepen en dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften niet daaronder begrepen, of tot het geregeld doen van verrichtingen, leidt tot stilzwijgende verlenging of vernieuwing in een overeenkomst voor bepaalde duur, dan wel tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand; k. dat de bevoegdheid van de wederpartij om bewijs te leveren uitsluit of beperkt, of dat de uit de wet voortvloeiende verdeling van de bewijslast ten nadele van de wederpartij wijzigt, hetzij doordat het een verklaring van haar bevat omtrent de deugdelijkheid van de haar verschuldigde prestatie, hetzij doordat het haar belast met het bewijs dat een tekortkoming van de gebruiker aan hem kan worden toegerekend; l. dat ten nadele van de wederpartij afwijkt van artikel 37 van Boek 3, tenzij het betrekking heeft op de vorm van door de wederpartij af te leggen verklaringen of bepaalt dat de gebruiker het hem door de wederpartij opgegeven adres als zodanig mag blijven beschouwen totdat hem een nieuw adres is meegedeeld; m. waarbij een wederpartij die bij het aangaan van de overeenkomst werkelijke woonplaats in een gemeente in Nederland heeft, woonplaats kiest anders dan voor het geval zij te eniger tijd geen bekende werkelijke woonplaats in die gemeente zal hebben, tenzij de overeenkomst betrekking heeft op een registergoed en woonplaats ten kantore van een notaris wordt gekozen; n. dat voorziet in de beslechting van een geschil door een ander dan de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn, tenzij het de wederpartij een termijn gunt van tenminste een maand nadat de gebruiker zich schriftelijk jegens haar op het beding heeft beroepen, om voor beslechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter te kiezen; o. dat de bevoegdheid van de wederpartij om de overeenkomst, die mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg tot stand is gekomen, op een overeenkomstige wijze op te zeggen, uitsluit of beperkt; p. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften, leidt tot een stilzwijgende verlenging of vernieuwing van de overeenkomst met een duur die langer is dan drie maanden, dan wel tot een stilzwijgende verlenging of vernieuwing van de overeenkomst met een duur van ten hoogste drie maanden zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de overeenkomst telkens tegen het einde van de duur van de verlenging of de vernieuwing op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand; q. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften, leidt tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand of, in geval de geregelde aflevering minder dan eenmaal per maand plaats heeft, met een opzegtermijn van ten hoogste drie maanden; r. dat de wederpartij verplicht de verklaring tot opzegging van een overeenkomst als bedoeld onder j of p respectievelijk q te laten plaatsvinden op een bepaald moment; s. dat in geval van een overeenkomst met beperkte duur tot het geregeld ter kennismaking afleveren van dag-, nieuws-, weekbladen en tijdschriften leidt tot voortzetting van de overeenkomst; t. dat de geldigheidsduur van een cadeaubon beperkt tot minder dan twee jaar.
Uitleg in duidelijke taal
Bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemene voorwaarden voorkomend beding
Dit artikel bepaalt dat bij een overeenkomst tussen een gebruiker (de aanbieder van goederen of diensten) en een wederpartij die een natuurlijk persoon is en niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (een consument), een beding dat in de algemene voorwaarden is opgenomen, als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt indien het de kenmerken heeft zoals hieronder beschreven:
a. dat de wederpartij geheel en onvoorwaardelijk het recht ontneemt de door de gebruiker toegezegde prestatie op te eisen;
Dit betreft een beding dat de wederpartij (de consument) volledig en zonder enige voorwaarden het recht afneemt om de prestatie (bijvoorbeeld levering van een product of dienst) die de gebruiker heeft beloofd, op te eisen.
b. dat de aan de wederpartij toekomende bevoegdheid tot ontbinding, zoals deze in afdeling 5 van titel 5 is geregeld, uitsluit of beperkt;
Dit betreft een beding dat de bevoegdheid van de wederpartij om de overeenkomst te ontbinden – een recht dat geregeld is in afdeling 5 van titel 5 (van Boek 6 Burgerlijk Wetboek) – uitsluit of beperkt.
c. dat een de wederpartij volgens de wet toekomende bevoegdheid tot opschorting van de nakoming uitsluit of beperkt of de gebruiker een verdergaande bevoegdheid tot opschorting verleent dan hem volgens de wet toekomt;
Dit betreft een beding dat een wettelijke bevoegdheid van de wederpartij om haar eigen verplichtingen (nakoming) op te schorten, uitsluit of beperkt, of dat de gebruiker een ruimere bevoegdheid tot opschorting geeft dan de wet toestaat.
d. dat de beoordeling van de vraag of de gebruiker in de nakoming van een of meer van zijn verbintenissen is te kort geschoten aan hem zelf overlaat, of dat de uitoefening van de rechten die de wederpartij ter zake van een zodanige tekortkoming volgens de wet toekomen, afhankelijk stelt van de voorwaarde dat deze eerst een derde in rechte heeft aangesproken;
Dit betreft een beding waarbij de gebruiker zelf mag beoordelen of hij zijn verplichtingen (verbintenissen) correct is nagekomen, of waarbij de wederpartij haar wettelijke rechten bij een tekortkoming van de gebruiker pas mag uitoefenen nadat zij eerst een derde partij voor de rechter heeft gedaagd.
e. krachtens hetwelk de wederpartij aan de gebruiker bij voorbaat toestemming verleent zijn uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen op een der in afdeling 3 van titel 2 bedoelde wijzen op een derde te doen overgaan, tenzij de wederpartij te allen tijde de bevoegdheid heeft de overeenkomst te ontbinden, of de gebruiker jegens de wederpartij aansprakelijk is voor de nakoming door de derde, of de overgang plaatsvindt in verband met de overdracht van een onderneming waartoe zowel die verplichtingen als de daartegenover bedongen rechten behoren;
Dit betreft een beding waardoor de wederpartij vooraf toestemming geeft dat de gebruiker zijn verplichtingen uit de overeenkomst overdraagt aan een derde (zoals bedoeld in afdeling 3 van titel 2), tenzij: de wederpartij altijd de overeenkomst mag ontbinden; óf de gebruiker aansprakelijk blijft voor de nakoming door die derde; óf de overdracht gebeurt in het kader van een bedrijfsoverdracht waarbij zowel de verplichtingen als de bijbehorende rechten overgaan.
f. dat voor het geval uit de overeenkomst voor de gebruiker voortvloeiende rechten op een derde overgaan, ertoe strekt bevoegdheden of verweermiddelen die de wederpartij volgens de wet jegens die derde zou kunnen doen gelden, uit te sluiten of te beperken;
Dit betreft een beding dat, als rechten van de gebruiker uit de overeenkomst overgaan op een derde, bedoeld is om bevoegdheden of verweermiddelen die de wederpartij wettelijk tegen die derde zou hebben, uit te sluiten of te beperken.
g. dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de wederpartij enig recht moet geldend maken, tot een verjarings- onderscheidenlijk vervaltermijn van minder dan een jaar verkort;
Dit betreft een beding dat een wettelijke termijn waarbinnen de wederpartij een recht moet uitoefenen (verjarings- of vervaltermijn), verkort tot minder dan één jaar.
h. dat voor het geval bij de uitvoering van de overeenkomst schade aan een derde wordt toegebracht door de gebruiker of door een persoon of zaak waarvoor deze aansprakelijk is, de wederpartij verplicht deze schade hetzij aan de derde te vergoeden, hetzij in haar verhouding tot de gebruiker voor een groter deel te dragen dan waartoe zij volgens de wet verplicht zou zijn;
Dit betreft een beding dat, indien bij de uitvoering van de overeenkomst schade aan een derde wordt veroorzaakt door de gebruiker (of door een persoon of zaak waarvoor de gebruiker aansprakelijk is), de wederpartij verplicht om deze schade aan de derde te vergoeden of om een groter deel van die schade te dragen in haar relatie met de gebruiker dan wettelijk verplicht is.
i. dat de gebruiker de bevoegdheid geeft de door hem bedongen prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst te verhogen, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden;
Dit betreft een beding dat de gebruiker het recht geeft om de afgesproken prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst te verhogen, tenzij de wederpartij in dat geval de overeenkomst mag ontbinden.
j. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van zaken, elektriciteit, warmte en koude daaronder begrepen en dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften niet daaronder begrepen, of tot het geregeld doen van verrichtingen, leidt tot stilzwijgende verlenging of vernieuwing in een overeenkomst voor bepaalde duur, dan wel tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand;
Dit betreft een beding dat bij een overeenkomst voor regelmatige levering van zaken (inclusief elektriciteit, warmte, koude, maar exclusief dag-, nieuws-, weekbladen en tijdschriften) of regelmatige dienstverlening, leidt tot automatische (stilzwijgende) verlenging of vernieuwing van een contract voor bepaalde tijd, of tot automatische voortzetting van een contract voor onbepaalde tijd, zonder dat de wederpartij het recht heeft dit voortgezette contract op elk moment op te zeggen met een opzegtermijn van maximaal één maand.
k. dat de bevoegdheid van de wederpartij om bewijs te leveren uitsluit of beperkt, of dat de uit de wet voortvloeiende verdeling van de bewijslast ten nadele van de wederpartij wijzigt, hetzij doordat het een verklaring van haar bevat omtrent de deugdelijkheid van de haar verschuldigde prestatie, hetzij doordat het haar belast met het bewijs dat een tekortkoming van de gebruiker aan hem kan worden toegerekend;
Dit betreft een beding dat het recht van de wederpartij om bewijs te leveren uitsluit of beperkt, of dat de wettelijke verdeling van de bewijslast in het nadeel van de wederpartij verandert. Dit kan zijn doordat het beding een verklaring van de wederpartij bevat over de kwaliteit van de prestatie, of doordat het de wederpartij verplicht te bewijzen dat een tekortkoming van de gebruiker aan hem te wijten is.
l. dat ten nadele van de wederpartij afwijkt van artikel 37 van Boek 3, tenzij het betrekking heeft op de vorm van door de wederpartij af te leggen verklaringen of bepaalt dat de gebruiker het hem door de wederpartij opgegeven adres als zodanig mag blijven beschouwen totdat hem een nieuw adres is meegedeeld;
Dit betreft een beding dat in het nadeel van de wederpartij afwijkt van artikel 3:37 van het Burgerlijk Wetboek (over de vorm en werking van verklaringen), tenzij het gaat om de vorm van verklaringen die de wederpartij moet afleggen, of bepaalt dat de gebruiker het door de wederpartij opgegeven adres mag blijven gebruiken totdat een nieuw adres is doorgegeven.
m. waarbij een wederpartij die bij het aangaan van de overeenkomst werkelijke woonplaats in een gemeente in Nederland heeft, woonplaats kiest anders dan voor het geval zij te eniger tijd geen bekende werkelijke woonplaats in die gemeente zal hebben, tenzij de overeenkomst betrekking heeft op een registergoed en woonplaats ten kantore van een notaris wordt gekozen;
Dit betreft een beding waarbij een wederpartij, die bij het sluiten van de overeenkomst daadwerkelijk in een Nederlandse gemeente woont, een officiële woonplaats (domicilie) kiest die afwijkt van haar werkelijke woonplaats, behalve voor de situatie dat zij later geen bekende werkelijke woonplaats meer in die gemeente heeft. Een uitzondering geldt als de overeenkomst over een registergoed gaat en woonplaats wordt gekozen op het kantoor van een notaris.
n. dat voorziet in de beslechting van een geschil door een ander dan de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn, tenzij het de wederpartij een termijn gunt van tenminste een maand nadat de gebruiker zich schriftelijk jegens haar op het beding heeft beroepen, om voor beslechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter te kiezen;
Dit betreft een beding dat bepaalt dat geschillen worden beslecht door een andere instantie dan de wettelijk bevoegde rechter, tenzij de wederpartij een termijn van minimaal één maand krijgt – nadat de gebruiker zich schriftelijk op dit beding heeft beroepen – om alsnog te kiezen voor beslechting door de wettelijk bevoegde rechter.
o. dat de bevoegdheid van de wederpartij om de overeenkomst, die mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg tot stand is gekomen, op een overeenkomstige wijze op te zeggen, uitsluit of beperkt;
Dit betreft een beding dat de bevoegdheid van de wederpartij uitsluit of beperkt om een overeenkomst (die mondeling, schriftelijk of elektronisch is gesloten) op eenzelfde manier op te zeggen.
p. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften, leidt tot een stilzwijgende verlenging of vernieuwing van de overeenkomst met een duur die langer is dan drie maanden, dan wel tot een stilzwijgende verlenging of vernieuwing van de overeenkomst met een duur van ten hoogste drie maanden zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de overeenkomst telkens tegen het einde van de duur van de verlenging of de vernieuwing op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand;
Dit betreft een beding dat bij een abonnement op dag-, nieuws-, weekbladen of tijdschriften leidt tot een automatische verlenging of vernieuwing voor langer dan drie maanden, óf tot een automatische verlenging of vernieuwing voor maximaal drie maanden zonder dat de wederpartij het recht heeft om de overeenkomst steeds aan het einde van die verlengings- of vernieuwingsperiode op te zeggen met een opzegtermijn van maximaal één maand.
q. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften, leidt tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand of, in geval de geregelde aflevering minder dan eenmaal per maand plaats heeft, met een opzegtermijn van ten hoogste drie maanden;
Dit betreft een beding dat bij een abonnement op dag-, nieuws-, weekbladen of tijdschriften leidt tot een automatische voortzetting voor onbepaalde tijd, zonder dat de wederpartij het recht heeft dit voortgezette contract op elk moment op te zeggen met een opzegtermijn van maximaal één maand (of maximaal drie maanden als de levering minder dan eens per maand plaatsvindt).
r. dat de wederpartij verplicht de verklaring tot opzegging van een overeenkomst als bedoeld onder j of p respectievelijk q te laten plaatsvinden op een bepaald moment;
Dit betreft een beding dat de wederpartij verplicht om een overeenkomst (zoals bedoeld onder j, p, of q) op een specifiek, door de gebruiker bepaald, moment op te zeggen.
s. dat in geval van een overeenkomst met beperkte duur tot het geregeld ter kennismaking afleveren van dag-, nieuws-, weekbladen en tijdschriften leidt tot voortzetting van de overeenkomst;
Dit betreft een beding dat ervoor zorgt dat een proefabonnement (een overeenkomst voor beperkte duur voor de kennismakingslevering) op dag-, nieuws-, weekbladen of tijdschriften automatisch wordt voortgezet.
t. dat de geldigheidsduur van een cadeaubon beperkt tot minder dan twee jaar.
Dit betreft een beding dat de geldigheidsduur van een cadeaubon beperkt tot korter dan twee jaar.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:198 - Kinderopvangcontract: Opzegtermijn, Annuleringskosten en Gevolgen Oneerlijke Bedingen
Een kinderopvangovereenkomst is een overeenkomst van opdracht. Een opzegtermijn van maximaal één maand is in beginsel toegestaan. Een beding dat hiervan afwijkt is oneerlijk, moet buiten toepassing worden gelaten en mag niet door de rechter worden vervangen door aanvullend nationaal recht.
ECLI:NL:HR:2019:1830 - Eenzijdige rentewijziging: oneerlijkheidstoets vereist meewegen van alle bedingen
Bij de beoordeling of een beding voor eenzijdige rentewijziging oneerlijk is, moeten alle omstandigheden worden meegewogen. Met name het recht van de consument om de lening kosteloos af te lossen of om te zetten, is een relevant beding dat in de cumulatieve beoordeling moet worden betrokken.
ECLI:NL:HR:2016:769 - Erfpacht Amsterdam: Grenzen ambtshalve toetsing en geldigheid canonherziening
De verplichting voor de rechter om algemene voorwaarden ambtshalve op onredelijkheid te toetsen conform Richtlijn 93/13/EEG geldt niet voor erfpachtovereenkomsten gesloten vóór 31 december 1994. Een canonherzieningsbepaling door deskundigen voldoet aan het bepaalbaarheidsvereiste en is geen geschilbeslechting.
ECLI:NL:HR:2019:1731 - Ambtshalve toetsing door de verlofrechter bij arbitrale vonnissen in consumentenzaken
De Hoge Raad oordeelt dat de voorzieningenrechter die verlof verleent voor een arbitraal vonnis tegen een consument, ambtshalve moet toetsen op oneerlijke bedingen (EU-recht) en de naleving van de keuzetermijn voor de overheidsrechter (art. 6:236n BW). Een marginale toets volstaat niet.
ECLI:NL:HR:2012:BW6135
ECLI:NL:HR:2020:531 - Vervalbeding in algemene voorwaarden: wanneer is het onredelijk bezwarend?
Een contractueel vervalbeding dat een wettelijke verjaringstermijn vervangt, valt onder de grijze lijst van art. 6:237, aanhef en onder h, BW. Het beding wordt daardoor vermoed onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de gebruiker van de algemene voorwaarden dit vermoeden weerlegt.
ECLI:NL:HR:2004:AP1664
ECLI:NL:HR:2023:1197 - Reflexwerking consumentenbescherming voor kleine ondernemer bij onredelijk bezwarende klachttermijn
Een beding dat een korte klachttermijn stelt, kan onredelijk bezwarend zijn voor een kleine ondernemer. Reflexwerking van de grijze lijst is mogelijk als de ondernemer een overeenkomst sluit buiten zijn eigenlijke beroepsactiviteit en diens positie grote gelijkenis vertoont met die van een consument.
ECLI:NL:HR:2002:AE0659
ECLI:NL:HR:2016:335 - Verzekeraar moet bij elke afwijzing wijzen op korte verjaringstermijn
Een verzekeraar moet bij elke afwijzing van een aanspraak voldoen aan de formele eisen van art. 7:942 lid 2 (oud) BW, ook na een eerdere stuiting. Het enkel herhalen van de afwijzing is onvoldoende om de korte verjaringstermijn opnieuw te laten lopen.