Artikel 230i (Consumentenbescherming dwingend recht toepassingskader afdelingsregels)
1. Van het bepaalde bij of krachtens deze afdeling kan niet ten nadele van de consument worden afgeweken.
2. Op de termijnen genoemd in deze afdeling is Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 (PbEG L 124) van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden van overeenkomstige toepassing.
3. De in deze afdeling opgenomen bepalingen gelden niet voor zover deze op grond van artikel 3 lid 2 van de richtlijn van het toepassingsgebied van de richtlijn zijn uitgezonderd.
4. De uit deze afdeling voortvloeiende informatieverplichtingen gelden onverminderd de informatieverplichtingen op grond van de artikelen 15d tot en met 15f van Boek 3, de artikelen 227b en 227c alsmede afdeling 2A van titel 5 van Boek 6. In geval van strijd naar inhoud en wijze waarop de informatie wordt verstrekt, zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Van het bepaalde bij of krachtens deze afdeling kan niet ten nadele van de consument worden afgeweken.
Dit betekent dat van de regels die in deze afdeling zijn vastgelegd, of die op basis van deze afdeling zijn vastgesteld, niet mag worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de consument.
2. Op de termijnen genoemd in deze afdeling is Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 (PbEG L 124) van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden van overeenkomstige toepassing.
Dit houdt in dat Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971, die de regels vaststelt voor termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden, ook van toepassing is op de termijnen die in deze afdeling worden genoemd.
3. De in deze afdeling opgenomen bepalingen gelden niet voor zover deze op grond van artikel 3 lid 2 van de richtlijn van het toepassingsgebied van de richtlijn zijn uitgezonderd.
Dit betekent dat de bepalingen die in deze afdeling staan niet van toepassing zijn in de mate waarin zij, op basis van artikel 3 lid 2 van de desbetreffende richtlijn, buiten het toepassingsgebied van die richtlijn vallen.
4. De uit deze afdeling voortvloeiende informatieverplichtingen gelden onverminderd de informatieverplichtingen op grond van de artikelen 15d tot en met 15f van Boek 3, de artikelen 227b en 227c alsmede afdeling 2A van titel 5 van Boek 6. In geval van strijd naar inhoud en wijze waarop de informatie wordt verstrekt, zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing.
Dit stelt dat de informatieverplichtingen die voortkomen uit deze afdeling van kracht blijven naast de informatieverplichtingen die gebaseerd zijn op de artikelen 15d tot en met 15f van Boek 3, de artikelen 227b en 227c, en afdeling 2A van titel 5 van Boek 6. Mochten er tegenstrijdigheden zijn wat betreft de inhoud en de manier waarop de informatie wordt verstrekt, dan hebben de bepalingen van deze afdeling voorrang.