Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 2. Het tot stand komen van overeenkomsten
Artikel 230

Artikel 230 (Afwenden vernietiging door contractswijziging)

Laatste versie

1. De bevoegdheid tot vernietiging op grond van de artikelen 228 en 229 vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij intstandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft.

2. Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel wijzigen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bevoegdheid tot vernietiging op grond van de artikelen 228 en 229 vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij intstandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft.

Dit betekent dat het recht (de bevoegdheid) om een overeenkomst te vernietigen op grond van de artikelen 228 en 229, komt te vervallen wanneer de wederpartij tijdig een voorstel doet voor een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst. Deze voorgestelde wijziging moet het nadeel, dat de tot vernietiging bevoegde partij zou lijden als de overeenkomst in stand blijft (bij intstandhouding van de overeenkomst), op een afdoende wijze opheffen.

2. Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel wijzigen.

Bovendien kan de rechter, als een van de partijen daarom verzoekt (op verlangen van een der partijen), in plaats van de vernietiging van de overeenkomst uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst wijzigen. Het doel van deze wijziging door de rechter is om dit nadeel op te heffen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad486x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand

ECLI:NL:HR:2021:167712 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad96x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1046 - Hoge Raad over Dwaling, Nadeel en Mededelingsplicht bij Renteswaps

ECLI:NL:HR:2019:104628 juni 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een beroep op dwaling bij renteswaps is nadeel niet vereist, maar de gevolgen van vernietiging kunnen worden beperkt om onredelijke voordelen te voorkomen. Een bank voldoet aan haar mededelingsplicht met duidelijke productinformatie. Een verborgen marge is zelden een succesvolle grond voor dwaling.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1910 - Dwaling bij bedrijfsovername: rechter moet nadeel zelfstandig begroten

ECLI:NL:HR:2019:19106 december 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een partij wegens dwaling wijziging van een overeenkomst vordert (art. 6:230 BW), mag de rechter de vordering niet afwijzen louter omdat de voorgestelde berekening van het nadeel ongeschikt is. De rechter moet het nadeel dan zelfstandig vaststellen, desnoods via schatting.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ5068

ECLI:NL:HR:2011:BQ50688 juli 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7321

ECLI:NL:HR:2002:AD732118 januari 2002Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT2620

ECLI:NL:HR:2005:AT262023 september 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht, Huurrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE8185

ECLI:NL:HR:2002:AE818522 november 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:313 - Hoge Raad: Hof mocht WKV niet ambtshalve toepassen en reikwijdte dwaling verduidelijkt

ECLI:NL:HR:2023:31324 februari 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een hof mag het Weens Koopverdrag niet ambtshalve toepassen als partijen in hoger beroep niet klagen over de keuze van de rechtbank voor uitsluitend Nederlands recht. Daarnaast is dwaling (art. 6:228 BW) niet beperkt tot eigenschappen van de zaak, maar kan ook zien op de (on)mogelijkheid van de wederpartij om tijdig te leveren.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AI0829

ECLI:NL:HR:2003:AI082919 september 2003Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2003:AF7675

ECLI:NL:HR:2003:AF767511 juli 2003Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak