Artikel 230 (Afwenden vernietiging door contractswijziging)
1. De bevoegdheid tot vernietiging op grond van de artikelen 228 en 229 vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij intstandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft.
2. Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel wijzigen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bevoegdheid tot vernietiging op grond van de artikelen 228 en 229 vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij intstandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft.
Dit betekent dat het recht (de bevoegdheid) om een overeenkomst te vernietigen op grond van de artikelen 228 en 229, komt te vervallen wanneer de wederpartij tijdig een voorstel doet voor een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst. Deze voorgestelde wijziging moet het nadeel, dat de tot vernietiging bevoegde partij zou lijden als de overeenkomst in stand blijft (bij intstandhouding van de overeenkomst), op een afdoende wijze opheffen.
2. Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel wijzigen.
Bovendien kan de rechter, als een van de partijen daarom verzoekt (op verlangen van een der partijen), in plaats van de vernietiging van de overeenkomst uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst wijzigen. Het doel van deze wijziging door de rechter is om dit nadeel op te heffen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand
De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.
ECLI:NL:HR:2019:1046 - Hoge Raad over Dwaling, Nadeel en Mededelingsplicht bij Renteswaps
Voor een beroep op dwaling bij renteswaps is nadeel niet vereist, maar de gevolgen van vernietiging kunnen worden beperkt om onredelijke voordelen te voorkomen. Een bank voldoet aan haar mededelingsplicht met duidelijke productinformatie. Een verborgen marge is zelden een succesvolle grond voor dwaling.
ECLI:NL:HR:2019:1910 - Dwaling bij bedrijfsovername: rechter moet nadeel zelfstandig begroten
Indien een partij wegens dwaling wijziging van een overeenkomst vordert (art. 6:230 BW), mag de rechter de vordering niet afwijzen louter omdat de voorgestelde berekening van het nadeel ongeschikt is. De rechter moet het nadeel dan zelfstandig vaststellen, desnoods via schatting.
ECLI:NL:HR:2011:BQ5068
ECLI:NL:HR:2002:AD7321
ECLI:NL:HR:2005:AT2620
ECLI:NL:HR:2002:AE8185
ECLI:NL:HR:2023:313 - Hoge Raad: Hof mocht WKV niet ambtshalve toepassen en reikwijdte dwaling verduidelijkt
Een hof mag het Weens Koopverdrag niet ambtshalve toepassen als partijen in hoger beroep niet klagen over de keuze van de rechtbank voor uitsluitend Nederlands recht. Daarnaast is dwaling (art. 6:228 BW) niet beperkt tot eigenschappen van de zaak, maar kan ook zien op de (on)mogelijkheid van de wederpartij om tijdig te leveren.