Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 2. Het tot stand komen van overeenkomsten
Artikel 228

Artikel 228 (Dwaling vernietigbaarheid overeenkomst)

Laatste versie

1. Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:

a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten; b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten; c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.

2. De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:

Dit betekent letterlijk dat een overeenkomst die tot stand is gekomen doordat een partij een verkeerde voorstelling van zaken had (onder invloed van dwaling), en die overeenkomst niet zou zijn aangegaan als die partij wel een juiste voorstelling van zaken had gehad, vernietigd kan worden (is vernietigbaar). Dit is mogelijk onder de volgende voorwaarden:

a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;

Dit houdt in dat de overeenkomst vernietigbaar is als de dwaling veroorzaakt is (te wijten is aan) door informatie (een inlichting) die door de andere contractspartij (de wederpartij) is gegeven. Dit geldt echter niet (tenzij) als de wederpartij redelijkerwijs mocht veronderstellen (mocht aannemen) dat de overeenkomst ook gesloten zou zijn zonder die specifieke informatie.

b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;

Dit houdt in dat de overeenkomst vernietigbaar is als de wederpartij, op basis van wat zij wist of redelijkerwijs had moeten weten (behoorde te weten) over de dwaling van de andere partij, de dwalende partij hierover had moeten informeren (had behoren in te lichten).

c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.

Dit houdt in dat de overeenkomst vernietigbaar is als de wederpartij bij het aangaan van de overeenkomst uitging van dezelfde verkeerde aanname (onjuiste veronderstelling) als de dwalende partij. Dit geldt echter niet (tenzij) als de wederpartij, zelfs als zij wel een juiste voorstelling van zaken had gehad, niet had hoeven te beseffen (niet had behoeven te begrijpen) dat de dwalende partij vanwege die onjuiste veronderstelling de overeenkomst niet zou hebben gesloten (van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden).

2. De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.

Dit betekent letterlijk dat een beroep op vernietiging van de overeenkomst niet mogelijk is (kan niet worden gegrond) als de dwaling betrekking heeft op:

  • een omstandigheid die uitsluitend in de toekomst ligt (een uitsluitend toekomstige omstandigheid), of
  • een dwaling die, gelet op de soort overeenkomst (de aard van de overeenkomst), de algemeen aanvaarde maatschappelijke meningen (de in het verkeer geldende opvattingen), of de specifieke feiten van de situatie (de omstandigheden van het geval), voor risico (rekening) van de dwalende partij moet blijven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad409x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH2815 - Hoge Raad - 4 juni 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH28154 juni 2009Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad119x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU2414 - Hoge Raad - 22 december 2005

ECLI:NL:HR:2005:AU241422 december 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad75x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH2811 - Hoge Raad - 4 juni 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH28114 juni 2009Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:193 - Parket bij de Hoge Raad - 22 februari 2024

ECLI:NL:PHR:2024:19322 februari 2024Dit wetsartikel wordt 22 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1499 - Dwaling en Zorgplicht: Onderscheid Mededelingsplicht en Waarschuwingsplicht bij Rentederivaten - 3 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:14993 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad onderscheidt de mededelingsplicht in het kader van dwaling van de waarschuwingsplicht uit de bijzondere zorgplicht. Het hof heeft ten onrechte de zwaardere eisen van de waarschuwingsplicht toegepast op de mededelingsplicht, wat tot vernietiging leidt.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7329 - Hoge Raad - 24 januari 2002

ECLI:NL:HR:2002:AD732924 januari 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2638 - Aantasting gegunde aanbestedingsovereenkomst: een gesloten systeem van rechtsmiddelen - 17 november 2016

ECLI:NL:HR:2016:263817 november 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Na gunning is een aanbestedingsovereenkomst slechts aantastbaar op de limitatieve gronden van art. 4.15 Aanbestedingswet, wilsgebreken of art. 3:40 BW. Andere schendingen van het aanbestedingsrecht, zoals een onterechte samenvoeging van opdrachten, rechtvaardigen geen beëindiging van de gesloten overeenkomst.

Civiel RechtAanbestedingsrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3424 - Mededelingsplicht professionele verhuurder bij dwaling over bestemmingsplan - 26 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:342426 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De professionaliteit van een verhuurder en het feit dat deze hoofdhuurder is, betekenen niet automatisch dat hij geacht wordt de precieze bestemming van een pand te kennen. Een mededelingsplicht over mogelijke problemen met het bestemmingsplan wordt niet snel aangenomen als de verhuurder niet daadwerkelijk op de hoogte was.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Huurrecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtOmgevingsrecht
Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ6541 - Hoge Raad - 18 januari 2007

ECLI:NL:HR:2007:AZ654118 januari 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY3129 - Dwaling bij vaststellingsovereenkomst door misleiding van een derde-deskundige - 31 januari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY312931 januari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op dwaling bij een vaststellingsovereenkomst kan slagen, ook als partijen de onzekerheid wilden beëindigen. Dat de onjuiste inlichting van de wederpartij niet rechtstreeks aan de dwalende is verstrekt, maar aan een ingeschakelde deskundige, staat een geslaagd beroep op dwaling niet in de weg.