Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 2. Het tot stand komen van overeenkomsten
Artikel 217

Artikel 217 (Totstandkoming overeenkomst door aanbod en aanvaarding)

Laatste versie

1. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.

2. De artikelen 219-225 zijn van toepassing, tenzij iets anders voortvloeit uit het aanbod, uit een andere rechtshandeling of uit een gewoonte.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.

Dit lid betekent letterlijk dat een overeenkomst ontstaat (tot stand komt) door een aanbod van de ene partij en de aanvaarding van dat aanbod door de andere partij.

2. De artikelen 219-225 zijn van toepassing, tenzij iets anders voortvloeit uit het aanbod, uit een andere rechtshandeling of uit een gewoonte.

Dit lid stelt letterlijk dat de artikelen 219 tot en met 225 van toepassing zijn, behalve als uit het aanbod zelf, uit een andere rechtshandeling, of uit een gewoonte iets anders blijkt (voortvloeit).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad75x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH2811 - Hoge Raad - 4 juni 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH28114 juni 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ2213 - Batavus: Opzegging duurovereenkomst als verboden onderling afgestemde feitelijke gedraging - 15 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ221315 september 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De opzegging van een duurovereenkomst kan een met artikel 6 Mededingingswet strijdige onderling afgestemde feitelijke gedraging zijn, als deze voortvloeit uit druk van concurrenten. Ook bij een doelbeperking, zoals verticale prijsbinding, moet nog steeds worden onderzocht of de concurrentiebeperking merkbaar is.

BestuursrechtMededingingsrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:765 - Bepaalbaarheid van een erfpachtaanbod: een onduidelijke korting is niet direct fataal - 28 april 2016

ECLI:NL:HR:2016:76528 april 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een aanbod is voldoende bepaalbaar (art. 6:227 BW) ook als niet alle details, zoals de berekeningswijze van een korting, expliciet zijn uitgewerkt. De verbintenissen zijn bepaalbaar als de vaststelling kan geschieden naar van tevoren vaststaande criteria, eventueel aangevuld door redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT4893 - Hoge Raad - 28 april 2005

ECLI:NL:HR:2005:AT489328 april 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5733 - Rechtbank Amsterdam - 10 september 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:573310 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:6201 - Rechtbank Gelderland - 10 september 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:620110 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6060 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:606027 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4686 - Rechtbank Midden-Nederland - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:468627 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4387 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:438716 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2106 - Rechtbank Midden-Nederland - 9 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:21069 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak