Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 4. Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst
Afdeling 3. Ongerechtvaardigde verrijking
Artikel 212

Artikel 212 (Ongerechtvaardigde verrijking schadevergoeding)

Laatste versie

1. Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.

2. Voor zover de verrijking is verminderd als gevolg van een omstandigheid die niet aan de verrijkte kan worden toegerekend, blijft zij buiten beschouwing.

3. Is de verrijking verminderd in de periode waarin de verrijkte redelijkerwijze met een verplichting tot vergoeding van de schade geen rekening behoefde te houden, dan wordt hem dit niet toegerekend. Bij de vaststelling van deze vermindering wordt mede rekening gehouden met uitgaven die zonder de verrijking zouden zijn uitgebleven.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.

Dit lid stelt de hoofdregel: wie ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, die persoon is verplicht om de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden. Deze verplichting tot vergoeding geldt echter alleen voor zover dit redelijk is, en de vergoeding kan nooit hoger zijn dan het bedrag van zijn verrijking.

2. Voor zover de verrijking is verminderd als gevolg van een omstandigheid die niet aan de verrijkte kan worden toegerekend, blijft zij buiten beschouwing.

Dit lid geeft een nuancering: als de verrijking is verminderd en deze vermindering is ontstaan als gevolg van een omstandigheid die niet aan de verrijkte kan worden toegerekend, dan blijft die vermindering buiten beschouwing bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding.

3. Is de verrijking verminderd in de periode waarin de verrijkte redelijkerwijze met een verplichting tot vergoeding van de schade geen rekening behoefde te houden, dan wordt hem dit niet toegerekend. Bij de vaststelling van deze vermindering wordt mede rekening gehouden met uitgaven die zonder de verrijking zouden zijn uitgebleven.

Dit lid werkt de vorige bepaling verder uit: als de verrijking is verminderd en dit gebeurde in de periode waarin de verrijkte redelijkerwijze nog geen rekening behoefde te houden met een verplichting tot vergoeding van de schade, dan wordt deze vermindering hem niet toegerekend. Bij de vaststelling van deze vermindering wordt mede rekening gehouden met uitgaven die de verrijkte heeft gedaan en die zonder de verrijking zouden zijn uitgebleven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad127x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen - 11 februari 2016

ECLI:NL:HR:2016:23611 februari 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad116x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:707 - Vergoedingsrecht samenwoners: geen analogie met huwelijk, toets via verbintenissenrecht. - 9 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:7079 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor informeel samenwonenden geldt geen analoog vergoedingsrecht zoals bij gehuwden. Een vordering tot vergoeding van een investering in de woning van de ander moet worden beoordeeld aan de hand van het algemene verbintenissenrecht (overeenkomst, ongerechtvaardigde verrijking) of de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:440 - Parket bij de Hoge Raad - 18 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:44018 april 2024Dit wetsartikel wordt 38 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:1366 - Vergoeding voor handelaar na vernietiging overeenkomst wegens foute bestelknop - 3 oktober 2024

ECLI:NL:HR:2024:13663 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Na volledige vernietiging van een consumentenovereenkomst wegens een niet-conforme bestelknop (art. 6:230v lid 3 BW), kan de handelaar recht hebben op een vergoeding op grond van onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking. De sanctie moet echter doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend blijven.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR7928 - Hoge Raad - 29 september 2005

ECLI:NL:HR:2005:AR792829 september 2005Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT9060 - Hoge Raad - 24 november 2005

ECLI:NL:HR:2005:AT906024 november 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ1782 - Credit Suisse/Subway: Gebruiksvergoeding na afgebroken onderhandelingen - 23 mei 2013

ECLI:NL:HR:2013:BZ178223 mei 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een onderhuurder die na beëindiging van de hoofdhuur in de ruimte blijft en onderhandelt over een nieuwe huurovereenkomst, is in beginsel een gebruiksvergoeding verschuldigd op grond van ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW) als de onderhandelingen mislukken en er geen contract tot stand komt.

Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:848 - Tegenbewijs tegen dwingende bewijskracht van een notariële akte - 12 mei 2016

ECLI:NL:HR:2016:84812 mei 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Tegenbewijs tegen de dwingende bewijskracht van een notariële akte (art. 157 lid 2 Rv) is niet beperkt tot de stelling dat anders is verklaard dan in de akte staat. Het kan ook betrekking hebben op de stelling dat de in de akte opgenomen verklaring niet overeenstemt met de werkelijkheid.

Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3195 - Rechter mag vordering niet op grond van ongerechtvaardigde verrijking toewijzen - 29 oktober 2015

ECLI:NL:HR:2015:319529 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter treedt buiten de grenzen van de rechtsstrijd (art. 24 Rv) door een vordering toe te wijzen op basis van ongerechtvaardigde verrijking, als de eiser zijn vordering uitsluitend heeft gebaseerd op nakoming van een overeenkomst en de grondslag niet heeft aangevuld.

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU6098 - Hoge Raad - 28 september 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU609828 september 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht