Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 5. Voorwaardelijke verbintenissen
Artikel 21

Artikel 21 (Voorwaardelijke verbintenis)

Laatste versie

Een verbintenis is voorwaardelijk, wanneer bij rechtshandeling haar werking van een toekomstige onzekere gebeurtenis afhankelijk is gesteld.

Uitleg in duidelijke taal

Een verbintenis is voorwaardelijk, wanneer bij rechtshandeling haar werking van een toekomstige onzekere gebeurtenis afhankelijk is gesteld.

Dit artikel definieert een voorwaardelijke verbintenis. Het stelt dat een verbintenis voorwaardelijk is op het moment dat de werking van deze verbintenis, door middel van een rechtshandeling, afhankelijk is gemaakt van een gebeurtenis die in de toekomst zal plaatsvinden en waarvan de uitkomst onzeker is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad87x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU3784 - Verjaring regresvordering: aanvang pas na opeisbaarheid, niet bij bekendheid schade - 5 april 2012

ECLI:NL:HR:2012:BU37845 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een regresvordering van een hoofdelijk medeschuldenaar ontstaat pas wanneer deze meer dan zijn deel van de schuld betaalt. De vijfjarige verjaringstermijn (art. 3:310 lid 1 BW) begint daarom pas te lopen vanaf de dag na deze betaling, omdat de vordering dan pas opeisbaar is.

Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV1748 - Gemeente Almere: Goedkeuringsvoorbehoud overheid als opschortende voorwaarde - 31 mei 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV174831 mei 2012Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een goedkeuringsvoorbehoud van een bestuursorgaan (college van B&W) kan worden aangemerkt als een opschortende voorwaarde in de zin van art. 6:21 BW. Indien het bestuursorgaan goedkeuring onthoudt, kan de voorwaarde krachtens art. 6:23 lid 1 BW alsnog als vervuld gelden als de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2190 - Verbeurdverklaring en Eigendomsvoorbehoud: Toebehoren in Strafrechtelijke Beslagzaken - 26 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:219026 november 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een rechtbank in een klaagschriftprocedure (art. 552a Sv) een eigendomsvoorbehoud (art. 3:92 BW) moet betrekken bij de vraag of een voorwerp 'toebehoort' aan de verdachte in de zin van artikel 33a Sr, en dus of verbeurdverklaring waarschijnlijk is.

Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BE9997 - Hoge Raad - 23 oktober 2008

ECLI:NL:HR:2008:BE999723 oktober 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:6201 - Rechtbank Gelderland - 10 september 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:620110 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak