Burgerlijk Wetboek Boek 6

In deze afdeling wordt verstaan onder:

Dit betekent dat de termen die in deze specifieke afdeling van de wet worden gebruikt, hieronder worden gedefinieerd en uitgelegd.

• inbreuk op het mededingingsrecht: een inbreuk op artikel 101 of 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, het mededingingsrecht van een lidstaat van de Europese Unie dat parallel wordt toegepast aan artikel 101 of 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PbEG 2003, L 1) of artikel 6 of 24 van de Mededingingswet;

• Dit definieert een 'inbreuk op het mededingingsrecht'. Het betreft een overtreding van artikel 101 of artikel 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Daarnaast omvat het een overtreding van het mededingingsrecht van een lidstaat van de Europese Unie, indien dat recht parallel aan de genoemde VWEU-artikelen wordt toegepast, in overeenstemming met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002. Ten slotte valt hieronder ook een overtreding van artikel 6 of artikel 24 van de Mededingingswet.

• inbreukpleger: een onderneming of ondernemersvereniging die een inbreuk op het mededingingsrecht heeft gepleegd;

• Dit definieert een 'inbreukpleger' als een onderneming of een vereniging van ondernemingen die een 'inbreuk op het mededingingsrecht', zoals hierboven omschreven, heeft begaan.

• mededingingsautoriteit: de Europese Commissie, of een overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2003 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PbEG 2003 L 1) door een lidstaat aangewezen autoriteit die bevoegd is de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie toe te passen, of beide, indien de omstandigheden dit vereisen dan wel de Autoriteit Consument en Markt, voor zover het de toepassing van artikel 6 of 24 van de Mededingingswet betreft;

• Dit definieert een 'mededingingsautoriteit'. Dit kan zijn: de Europese Commissie, óf een door een lidstaat aangewezen autoriteit die, conform artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1/2003, bevoegd is om artikel 101 en 102 van het VWEU toe te passen. Afhankelijk van de omstandigheden kan het ook beide autoriteiten betreffen. Daarnaast wordt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) als mededingingsautoriteit beschouwd wanneer het gaat om de toepassing van artikel 6 of 24 van de Mededingingswet.

• kartel: een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrenten met als doel hun concurrentiegedrag op de markt te coördineren of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals onder meer, doch niet uitsluitend, het bepalen of coördineren van aan- of verkoopprijzen of andere contractuele voorwaarden, onder meer met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten en klanten, met inbegrip van offertevervalsing, het beperken van importen of exporten of mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten;

• Dit definieert een 'kartel' als een overeenkomst of een onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrerende ondernemingen. Het doel van een dergelijk kartel is het coördineren van hun gedrag op de markt of het beïnvloeden van belangrijke aspecten (relevante parameters) van de concurrentie. Dit gebeurt via verschillende praktijken, waaronder (maar niet beperkt tot): het vaststellen of coördineren van prijzen voor aan- of verkoop, of andere voorwaarden in contracten (inclusief die over intellectuele-eigendomsrechten), het toewijzen van quota voor productie of verkoop, het verdelen van markten en klanten (inclusief het vervalsen van offertes), het beperken van import of export, of het nemen van maatregelen die de concurrentie van andere bedrijven verstoren.

• ontvanger van immuniteit: een onderneming waaraan of een natuurlijk persoon aan wie door een mededingingsautoriteit in het kader van een clementieregeling vrijwaring van geldboetes is verleend;

• Dit definieert een 'ontvanger van immuniteit' als een onderneming of een natuurlijk persoon die van een mededingingsautoriteit, als onderdeel van een clementieregeling, vrijstelling (vrijwaring) van geldboetes heeft gekregen.

• clementieregeling: een regeling met betrekking tot de toepassing van artikel 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie of een overeenkomstige bepaling in het nationale recht van een lidstaat van de Europese Unie op basis waarvan een deelnemer aan een geheim kartel onafhankelijk van de andere bij het kartel betrokken ondernemingen meewerkt aan een onderzoek van een mededingingsautoriteit door vrijwillig informatie te verschaffen over de kennis die deze deelnemer heeft van het kartel en de rol die hij daarin speelt, in ruil waarvoor de deelnemer, op grond van een besluit of door de procedure stop te zetten, immuniteit wordt verleend tegen geldboetes voor betrokkenheid bij het kartel of een vermindering van deze boetes krijgt;

• Dit definieert een 'clementieregeling'. Het is een regeling die verband houdt met de toepassing van artikel 101 VWEU of een vergelijkbare bepaling in het nationale recht van een EU-lidstaat. Op basis van zo'n regeling werkt een deelnemer aan een geheim kartel – onafhankelijk van andere karteldeelnemers – mee aan een onderzoek door een mededingingsautoriteit. Deze medewerking bestaat uit het vrijwillig verstrekken van informatie over zijn kennis van het kartel en zijn rol daarin. Als tegenprestatie hiervoor krijgt de deelnemer, via een besluit of door het stopzetten van de procedure, immuniteit tegen geldboetes voor zijn betrokkenheid bij het kartel, of een vermindering van deze boetes.

• meerkosten: het verschil tussen de daadwerkelijk betaalde prijs en de prijs die zonder de inbreuk op het mededingingsrecht van toepassing was geweest;

• Dit definieert 'meerkosten' als het prijsverschil. Specifiek is het het verschil tussen de prijs die daadwerkelijk is betaald en de prijs die zou hebben gegolden als er geen 'inbreuk op het mededingingsrecht' had plaatsgevonden.

• directe afnemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die rechtstreeks van een inbreukpleger producten of diensten heeft verworven die het voorwerp waren van een inbreuk op het mededingingsrecht;

• Dit definieert een 'directe afnemer' als een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die producten of diensten direct heeft gekocht van een 'inbreukpleger'. Deze producten of diensten moeten het onderwerp (voorwerp) zijn geweest van een 'inbreuk op het mededingingsrecht'.

• indirecte afnemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die niet van een inbreukpleger maar van een directe afnemer of een volgende afnemer producten of diensten heeft verworven die het voorwerp waren van een inbreuk op het mededingingsrecht, of producten of diensten waarin deze zijn verwerkt of die daarvan zijn afgeleid.

• Dit definieert een 'indirecte afnemer' als een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Deze persoon heeft producten of diensten die het onderwerp (voorwerp) waren van een 'inbreuk op het mededingingsrecht' niet rechtstreeks van de 'inbreukpleger' gekocht, maar van een 'directe afnemer' of van een daaropvolgende afnemer. Het kan ook gaan om producten of diensten waarin de oorspronkelijke producten of diensten zijn verwerkt of waarvan ze zijn afgeleid.