Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 3. Onrechtmatige daad
Afdeling 3A. Oneerlijke handelspraktijken
Artikel 193h

Artikel 193h (Agressieve handelspraktijken)

Laatste versie

1. Een handelspraktijk is in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, agressief indien door intimidatie, dwang, waaronder het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt beperkt of kan worden beperktwaardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.

2. Bij de bepaling of een handelspraktijk agressief is, wordt rekening gehouden met:

a. het tijdstip, de plaats, de aard en de vasthoudendheid die bij de handelspraktijk wordt gedemonstreerd; b. het gebruik van dreigende gedragingen of dreigende of grove taal; c. het uitbuiten door de handelaar van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, hetgeen de handelaar bekend is, met het oogmerk het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden; d. bezwarende of disproportionele niet-contractuele belemmeringen die door de handelaar zijn opgelegd ten aanzien van een consument die zijn rechten uit de overeenkomst wenst uit te oefenen waaronder het recht om de overeenkomst te beëindigen of een ander product te kiezen; e. het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een handelspraktijk is in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, agressief indien door intimidatie, dwang, waaronder het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt beperkt of kan worden beperktwaardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.

Dit betekent letterlijk: Een handelspraktijk wordt, wanneer men de feitelijke context, alle kenmerken en omstandigheden ervan in beschouwing neemt, als agressief aangemerkt, indien door intimidatie, dwang (waaronder het gebruik van lichamelijk geweld), of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt beperkt of kan worden beperkt. Als gevolg hiervan neemt de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst of kan hij een zodanig besluit nemen, dat hij anders niet had genomen.

2. Bij de bepaling of een handelspraktijk agressief is, wordt rekening gehouden met:

Dit betekent dat bij de beoordeling of een handelspraktijk agressief is, de volgende aspecten in overweging moeten worden genomen:

a. het tijdstip, de plaats, de aard en de vasthoudendheid die bij de handelspraktijk wordt gedemonstreerd;

Dit betreft het specifieke tijdstip en de plaats waar de handelspraktijk plaatsvindt, de aard van de praktijk, en de mate van vasthoudendheid die de handelaar hierbij laat zien.

b. het gebruik van dreigende gedragingen of dreigende of grove taal;

Dit verwijst naar het inzetten van dreigende gedragingen of het gebruik van dreigende of grove taal door de handelaar.

c. het uitbuiten door de handelaar van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, hetgeen de handelaar bekend is, met het oogmerk het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden;

Dit beschrijft de situatie waarin de handelaar misbruik maakt (uitbuiten) van specifieke tegenslagen of omstandigheden van de consument. Deze tegenslagen of omstandigheden moeten zo ernstig zijn dat ze het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken. De handelaar moet hiervan op de hoogte zijn (hetgeen de handelaar bekend is) en handelen met het oogmerk (de bedoeling) om het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden.

d. bezwarende of disproportionele niet-contractuele belemmeringen die door de handelaar zijn opgelegd ten aanzien van een consument die zijn rechten uit de overeenkomst wenst uit te oefenen waaronder het recht om de overeenkomst te beëindigen of een ander product te kiezen;

Hier gaat het om bezwarende of disproportionele niet-contractuele belemmeringen (hindernissen die niet in het contract staan en die belastend of buitenproportioneel zijn) die de handelaar oplegt aan een consument. Dit gebeurt wanneer de consument zijn rechten uit de overeenkomst wenst uit te oefenen, zoals het recht om de overeenkomst te beëindigen of het recht om een ander product te kiezen.

e. het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen.

Dit betreft het dreigen door de handelaar met maatregelen die juridisch (wettelijk) niet kunnen worden genomen.