Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 3. Onrechtmatige daad
Afdeling 2. Aansprakelijkheid voor personen en zaken
Artikel 178

Artikel 178 (Uitsluitingsgronden aansprakelijkheid art 175-177)

Laatste versie

Geen aansprakelijkheid krachtens artikel 175, 176 of 177 bestaat indien: a. de schade is veroorzaakt door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij; b. de schade is veroorzaakt door een natuurgebeuren van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard, behoudens de in artikel 177 lid 1 bedoelde ondergrondse natuurkrachten in het geval van dat artikel; c. de schade is veroorzaakt uitsluitend door voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid; d. de schade is veroorzaakt bij een handeling met een stof als bedoeld in artikel 175 in het belang van de benadeelde zelf, waarbij het jegens deze redelijk was hem aan het gevaar voor schade bloot te stellen; e. de schade is veroorzaakt uitsluitend door een handelen of nalaten van een derde, geschied met het opzet schade te veroorzaken, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 170 en 171; f. het gaat om hinder, verontreiniging of andere gevolgen, ter zake waarvan aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken, zo zij door de aangesprokene bewust zouden zijn veroorzaakt.

Uitleg in duidelijke taal

Geen aansprakelijkheid krachtens artikel 175, 176 of 177 bestaat indien:

Dit betekent dat er geen sprake is van aansprakelijkheid op basis van artikel 175, 176 of 177 van het Burgerlijk Wetboek in de volgende gevallen:

a. de schade is veroorzaakt door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij;

Dit houdt in dat er geen aansprakelijkheid bestaat indien de schade het gevolg is van gebeurtenissen zoals een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij.

b. de schade is veroorzaakt door een natuurgebeuren van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard, behoudens de in artikel 177 lid 1 bedoelde ondergrondse natuurkrachten in het geval van dat artikel;

Dit betekent dat er geen aansprakelijkheid is indien de schade is veroorzaakt door een natuurgebeuren dat uitzonderlijk, onvermijdelijk en onweerstaanbaar van aard was. Een uitzondering hierop (behoudens) betreft de in artikel 177 lid 1 bedoelde ondergrondse natuurkrachten, wanneer de situatie van dat artikel van toepassing is.

c. de schade is veroorzaakt uitsluitend door voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid;

Dit houdt in dat er geen aansprakelijkheid is indien de schade uitsluitend is ontstaan doordat men moest voldoen aan een bevel of een dwingend voorschrift van de overheid.

d. de schade is veroorzaakt bij een handeling met een stof als bedoeld in artikel 175 in het belang van de benadeelde zelf, waarbij het jegens deze redelijk was hem aan het gevaar voor schade bloot te stellen;

Dit betekent dat er geen aansprakelijkheid is indien de schade is veroorzaakt bij een handeling met een stof zoals bedoeld in artikel 175, deze handeling in het belang van de benadeelde zelf was, en het daarbij redelijk was om de benadeelde aan het gevaar voor schade bloot te stellen.

e. de schade is veroorzaakt uitsluitend door een handelen of nalaten van een derde, geschied met het opzet schade te veroorzaken, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 170 en 171;

Dit houdt in dat er geen aansprakelijkheid is indien de schade uitsluitend is veroorzaakt door een handelen of nalaten van een derde, waarbij deze derde de opzet had om schade te veroorzaken. Dit laat echter onverlet (onverminderd) hetgeen bepaald is in de artikelen 170 en 171.

f. het gaat om hinder, verontreiniging of andere gevolgen, ter zake waarvan aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken, zo zij door de aangesprokene bewust zouden zijn veroorzaakt.

Dit betekent dat er geen aansprakelijkheid is indien het gaat om hinder, verontreiniging of andere gevolgen, waarvoor (ter zake waarvan) aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling (Titel 3, Afdeling 1 Onrechtmatige daad) zou hebben ontbroken, zelfs indien de aangesprokene die gevolgen bewust zou hebben veroorzaakt.