Artikel 176 (Aansprakelijkheid exploitant stortplaats verontreiniging)
1. De exploitant van een stortplaats is aansprakelijk voor de schade die voor of na de sluiting van de stortplaats ontstaat als gevolg van verontreiniging van lucht, water of bodem met de daar voor die sluiting gestorte stoffen.
2. In dit artikel wordt onder exploitant van een stortplaats verstaan:
a. degene voor wie een omgevingsvergunning geldt als bedoeld in artikel 5.1 lid 2 aanhef en onder b van de Omgevingswet om op het in lid 6 bedoelde terrein een stortplaats op te richten, te veranderen of de werking daarvan te veranderen of in werking te hebben; b. een ieder die de stortplaats exploiteert zonder dat voor hem een zodanige vergunning geldt.
3. Indien na het bekend worden van de schade een ander exploitant van de stortplaats wordt, blijft de aansprakelijkheid voor die schade rusten op degene die tijdens dit bekend worden exploitant was.
4. Indien de schade is bekend geworden na de sluiting van de stortplaats, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste exploitant was. Geen aansprakelijkheid op grond van dit artikel bestaat, wanneer op het tijdstip waarop de schade bekend wordt, meer dan twintig jaren waren verstreken nadat de stortplaats was gesloten met inachtneming van de geldende overheidsvoorschriften, of de schade een gevolg is van gebruik van de grond in strijd met hetgeen wegens de aanwezigheid van de gesloten stortplaats omtrent dit gebruik is voorgeschreven.
5. Indien de exploitatie als stortplaats wettelijk is toegelaten, zijn degenen die de stoffen waardoor de verontreiniging is opgetreden, daar hebben gestort of doen storten, noch aansprakelijk krachtens artikel 175, noch krachtens afdeling 4 van titel 6, 4 van titel 11, 1 van titel 14 of 4 van titel 19 van Boek 8. Indien op de stortplaats een zaak als bedoeld in artikel 173 of een stof als bedoeld in artikel 175 is gestort, rust de aansprakelijkheid uit die artikelen op degene die krachtens de voorgaande leden als exploitant van de stortplaats aansprakelijk is.
6. Onder stortplaats is begrepen elk terrein dat door de exploitant daarvan is bestemd voor het storten van al of niet verpakte, geheel of ten dele van anderen afkomstige stoffen met als doel dat de exploitant of die anderen zich van die stoffen ontdoen door ze daar op of in de bodem te brengen. Onder storten wordt mede begrepen elke vorm van deponeren of afgeven van de stof op de stortplaats.
Uitleg in duidelijke taal
1. De exploitant van een stortplaats is aansprakelijk voor de schade die voor of na de sluiting van de stortplaats ontstaat als gevolg van verontreiniging van lucht, water of bodem met de daar voor die sluiting gestorte stoffen.
Dit betekent dat de persoon of entiteit die een stortplaats beheert (de exploitant) aansprakelijk is voor schade. Deze schade moet zijn ontstaan als gevolg van verontreiniging van lucht, water of bodem. De verontreiniging moet veroorzaakt zijn door stoffen die op die stortplaats zijn gestort voordat de stortplaats werd gesloten. Deze aansprakelijkheid geldt voor schade die zowel vóór als na de sluiting van de stortplaats ontstaat.
2. In dit artikel wordt onder exploitant van een stortplaats verstaan:
Dit artikel legt uit wie wordt verstaan onder de exploitant van een stortplaats:
a. degene voor wie een omgevingsvergunning geldt als bedoeld in artikel 5.1 lid 2 aanhef en onder b van de Omgevingswet om op het in lid 6 bedoelde terrein een stortplaats op te richten, te veranderen of de werking daarvan te veranderen of in werking te hebben;
Dit betreft degene voor wie een omgevingsvergunning geldig is, zoals omschreven in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet. Deze vergunning moet betrekking hebben op het oprichten van een stortplaats op het terrein genoemd in lid 6, het veranderen daarvan, het veranderen van de werking daarvan, of het in werking hebben van die stortplaats.
b. een ieder die de stortplaats exploiteert zonder dat voor hem een zodanige vergunning geldt.
Dit betreft een ieder die de stortplaats daadwerkelijk exploiteert, zelfs als voor die persoon of entiteit geen dergelijke omgevingsvergunning geldig is.
3. Indien na het bekend worden van de schade een ander exploitant van de stortplaats wordt, blijft de aansprakelijkheid voor die schade rusten op degene die tijdens dit bekend worden exploitant was.
Dit betekent dat als er een nieuwe exploitant van de stortplaats komt nadat de schade al bekend is geworden, de aansprakelijkheid voor die specifieke schade blijft bij de persoon of entiteit die exploitant was op het moment dat de schade bekend werd.
4. Indien de schade is bekend geworden na de sluiting van de stortplaats, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste exploitant was. Geen aansprakelijkheid op grond van dit artikel bestaat, wanneer op het tijdstip waarop de schade bekend wordt, meer dan twintig jaren waren verstreken nadat de stortplaats was gesloten met inachtneming van de geldende overheidsvoorschriften, of de schade een gevolg is van gebruik van de grond in strijd met hetgeen wegens de aanwezigheid van de gesloten stortplaats omtrent dit gebruik is voorgeschreven.
Dit betekent dat indien schade pas bekend wordt nadat de stortplaats is gesloten, de aansprakelijkheid ligt bij degene die de laatste exploitant was. Er is echter geen aansprakelijkheid op grond van dit artikel als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: ten eerste, als op het moment dat de schade bekend wordt, meer dan twintig jaar zijn verstreken sinds de stortplaats is gesloten volgens de geldende overheidsvoorschriften. Ten tweede, als de schade het gevolg is van gebruik van de grond dat in strijd is met de voorschriften die zijn opgesteld met betrekking tot dit gebruik, juist vanwege de aanwezigheid van de gesloten stortplaats.
5. Indien de exploitatie als stortplaats wettelijk is toegelaten, zijn degenen die de stoffen waardoor de verontreiniging is opgetreden, daar hebben gestort of doen storten, noch aansprakelijk krachtens artikel 175, noch krachtens afdeling 4 van titel 6, 4 van titel 11, 1 van titel 14 of 4 van titel 19 van Boek 8. Indien op de stortplaats een zaak als bedoeld in artikel 173 of een stof als bedoeld in artikel 175 is gestort, rust de aansprakelijkheid uit die artikelen op degene die krachtens de voorgaande leden als exploitant van de stortplaats aansprakelijk is.
Dit betekent dat als de exploitatie van de stortplaats wettelijk is toegestaan, de personen of entiteiten die de stoffen (waardoor de verontreiniging is ontstaan) daar hebben gestort of laten storten, niet aansprakelijk zijn op basis van artikel 175. Zij zijn evenmin aansprakelijk op basis van afdeling 4 van titel 6, afdeling 4 van titel 11, afdeling 1 van titel 14, of afdeling 4 van titel 19 van Boek 8. Als er op de stortplaats een zaak (zoals bedoeld in artikel 173) of een stof (zoals bedoeld in artikel 175) is gestort, dan ligt de aansprakelijkheid die uit die artikelen voortvloeit bij degene die volgens de voorgaande leden van dit artikel als exploitant van de stortplaats aansprakelijk is.
6. Onder stortplaats is begrepen elk terrein dat door de exploitant daarvan is bestemd voor het storten van al of niet verpakte, geheel of ten dele van anderen afkomstige stoffen met als doel dat de exploitant of die anderen zich van die stoffen ontdoen door ze daar op of in de bodem te brengen. Onder storten wordt mede begrepen elke vorm van deponeren of afgeven van de stof op de stortplaats.
Dit betekent dat onder een stortplaats wordt verstaan: elk terrein dat door de exploitant ervan is aangewezen voor het storten van stoffen. Deze stoffen kunnen verpakt of onverpakt zijn en geheel of gedeeltelijk van anderen afkomstig zijn. Het doel van dit storten is dat de exploitant of die anderen zich van deze stoffen ontdoen door ze op dat terrein op of in de bodem te plaatsen. Onder het begrip 'storten' valt ook elke andere manier waarop een stof op de stortplaats wordt gedeponeerd of afgegeven.