Artikel 172 (Aansprakelijkheid vertegenwoordigde voor fout vertegenwoordiger)
Indien een gedraging van een vertegenwoordiger ter uitoefening van de hem als zodanig toekomende bevoegdheden een fout jegens een derde inhoudt, is ook de vertegenwoordigde jegens de derde aansprakelijk.
Uitleg in duidelijke taal
Indien een gedraging van een vertegenwoordiger ter uitoefening van de hem als zodanig toekomende bevoegdheden een fout jegens een derde inhoudt, is ook de vertegenwoordigde jegens de derde aansprakelijk.
Dit betekent letterlijk: Als een vertegenwoordiger
een gedraging
verricht ter uitoefening van de hem als zodanig toekomende bevoegdheden
, en deze gedraging
een fout
inhoudt
jegens een derde
, dan is ook de vertegenwoordigde
aansprakelijk
jegens
die derde
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:2012 - Effectenlease: Volledige schadevergoeding bij adviserende cliëntenremisier zonder vergunning - 1 september 2016
Een effectenlease-aanbieder die wist of behoorde te weten dat een cliënt werd aangebracht door een cliëntenremisier die zonder vergunning adviseerde, moet in beginsel de volledige schade van de belegger vergoeden. De standaard eigen schuld-verdeling vervalt dan op grond van de billijkheid.
ECLI:NL:HR:2016:2015 - Vergunningplicht voor adviserende cliëntenremisier en gevolgen voor aansprakelijkheid bank - 1 september 2016
Een cliëntenremisier die naast het aanbrengen van cliënten ook beleggingsadvies geeft, is vergunningplichtig onder de Wte 1995. Een bank die wist of behoorde te weten van dit adviseren en de cliënt toch accepteerde, handelt onrechtmatig, wat leidt tot een zwaardere schadevergoedingsplicht.
ECLI:NL:HR:2002:AD7329 - Hoge Raad - 24 januari 2002
ECLI:NL:HR:2011:BN9967 - Kwalitatieve aansprakelijkheid en schijn van volmachtverlening bij fraude - 10 maart 2011
De Hoge Raad oordeelt dat voor kwalitatieve aansprakelijkheid ex art. 6:172 BW de vertegenwoordiger bevoegd moet handelen. Schijn van volmachtverlening (art. 3:61 lid 2 BW) kan echter wel worden toegerekend op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen.
ECLI:NL:HR:2014:766 - VEB/Deloitte: Collectieve stuiting van verjaring door een belangenorganisatie - 27 maart 2014
Een belangenorganisatie (art. 3:305a BW) kan de verjaring van vorderingen tot schadevergoeding van de achterban stuiten door een schriftelijke aanmaning (art. 3:317 lid 1 BW). Deze bevoegdheid past binnen het doel van effectieve en efficiënte rechtsbescherming van de collectieve actie.
ECLI:NL:HR:2011:BN9964 - Kwalitatieve aansprakelijkheid vertegenwoordigde: restrictieve uitleg art. 6:172 BW - 10 maart 2011
Voor kwalitatieve aansprakelijkheid van de vertegenwoordigde op grond van art. 6:172 BW is vereist dat de onrechtmatige daad is gepleegd ter uitoefening van de bevoegdheden die de vertegenwoordiger als zodanig toekomen. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid is onvoldoende om deze aansprakelijkheid te vestigen.
ECLI:NL:HR:2011:BN9974 - Aansprakelijkheid voor vertegenwoordiger: restrictieve uitleg van artikel 6:172 BW - 10 maart 2011
Voor kwalitatieve aansprakelijkheid van een vertegenwoordigde op grond van artikel 6:172 BW is vereist dat de onrechtmatige daad is gepleegd ter uitoefening van de bevoegdheden die de vertegenwoordiger als zodanig toekomen. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid is onvoldoende om deze aansprakelijkheid te vestigen.
ECLI:NL:HR:2017:311 - Aansprakelijkheid franchisegever voor zelf opgestelde, foutieve omzetprognose - 23 februari 2017
Een franchisegever die zelf een omzetprognose opstelt, handelt onrechtmatig als daarin fouten staan die door zijn eigen onzorgvuldigheid zijn veroorzaakt. Anders dan bij een door een derde opgesteld rapport (Paalman/Lampenier), is wetenschap van de fouten voor aansprakelijkheid dan niet vereist.
ECLI:NL:HR:2011:BN9969 - Restrictieve uitleg kwalitatieve aansprakelijkheid vertegenwoordiger (art. 6:172 BW) - 10 maart 2011
Aansprakelijkheid ex art. 6:172 BW vereist dat de vertegenwoordiger handelde binnen de hem toekomende bevoegdheden en wordt restrictief uitgelegd. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan wel leiden tot contractuele binding op grond van art. 3:61 lid 2 BW, ook op basis van feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen.
ECLI:NL:HR:2011:BN9972 - Aansprakelijkheid voor pseudo-vertegenwoordiger: art. 6:172 versus 3:61 lid 2 BW - 10 maart 2011
Aansprakelijkheid uit artikel 6:172 BW vereist dat de vertegenwoordiger daadwerkelijk binnen zijn bevoegdheden handelde. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan wel leiden tot contractuele aansprakelijkheid van de achterman op grond van artikel 3:61 lid 2 BW, ook als die schijn is gebaseerd op feiten die voor diens risico komen.