Artikel 160 (Tenietgaan verbintenis door afstand vorderingsrecht)
1. Een verbintenis gaat teniet door een overeenkomst van de schuldeiser met de schuldenaar, waarbij hij van zijn vorderingsrecht afstand doet.
2. Een door de schuldeiser tot de schuldenaar gericht aanbod tot afstand om niet geldt als aanvaard, wanneer de schuldenaar van het aanbod heeft kennisgenomen en het niet onverwijld heeft afgewezen.
3. De artikelen 48 leden 1 en 2 en49 leden 1-3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een verbintenis gaat teniet door een overeenkomst van de schuldeiser met de schuldenaar, waarbij hij van zijn vorderingsrecht afstand doet.
Dit betekent dat een verplichting (verbintenis) eindigt (gaat teniet) als gevolg van een afspraak (overeenkomst) tussen de persoon die recht heeft op een prestatie (schuldeiser) en de persoon die de prestatie moet leveren (schuldenaar). In deze overeenkomst geeft de schuldeiser zijn recht op de prestatie (vorderingsrecht) op (doet afstand).
2. Een door de schuldeiser tot de schuldenaar gericht aanbod tot afstand om niet geldt als aanvaard, wanneer de schuldenaar van het aanbod heeft kennisgenomen en het niet onverwijld heeft afgewezen.
Dit houdt in dat een voorstel (aanbod) van de schuldeiser aan de schuldenaar om het vorderingsrecht zonder tegenprestatie (om niet) op te geven (afstand te doen), als geaccepteerd (aanvaard) wordt beschouwd. Dit is het geval zodra de schuldenaar kennis heeft genomen van dit aanbod en het niet direct (onverwijld) heeft geweigerd (afgewezen).
3. De artikelen 48 leden 1 en 2 en49 leden 1-3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit bepaalt dat de bepalingen uit artikel 48, specifiek lid 1 en lid 2, en artikel 49, specifiek lid 1 tot en met lid 3, op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de situatie die in dit artikel (artikel 160) wordt beschreven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:415
ECLI:NL:HR:2023:1354 - Uitleg subrogatiebeding: aannemelijkheid rechtsgevolgen is een cruciaal gezichtspunt
Bij de uitleg van een contract, zoals algemene voorwaarden, is de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen van een bepaalde interpretatie een cruciaal gezichtspunt. Een hof mag dit gezichtspunt niet negeren, ook niet als de formulering van het beding door één partij is opgesteld.
ECLI:NL:HR:2018:975 - Kwijting voor betaling is niet automatisch kwijtschelding bij een rekenfout
Een in een notariële akte verleende kwijting voor betaling is in beginsel slechts bewijs van voldoening, niet een kwijtschelding. Voor kwijtschelding is vereist dat de wil van de schuldeiser gericht was op het prijsgeven van de vordering, wat niet het geval is bij een onbekende rekenfout.