Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 2. Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen
Afdeling 1. Gevolgen van overgang van vorderingen
Artikel 142

Artikel 142 (Overgang vordering en nevenrechten)

Laatste versie

1. Bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser verkrijgt deze de daarbij behorende nevenrechten, zoals rechten van pand en hypotheek en uit borgtocht, voorrechten en de bevoegdheid om de ter zake van de vordering en de nevenrechten bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen.

2. Onder de nevenrechten zijn tevens begrepen het recht van de vorige schuldeiser op bedongen rente of boete of op een dwangsom, behalve voor zover de rente opeisbaar of de boete of dwangsom reeds verbeurd was op het tijdstip van de overgang.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser verkrijgt deze de daarbij behorende nevenrechten, zoals rechten van pand en hypotheek en uit borgtocht, voorrechten en de bevoegdheid om de ter zake van de vordering en de nevenrechten bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen.

Dit lid bepaalt dat bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser, deze nieuwe schuldeiser de daarbij behorende nevenrechten verkrijgt. Hieronder vallen rechten van pand en hypotheek en rechten uit borgtocht, voorrechten, en de bevoegdheid om de ter zake van de vordering en de nevenrechten bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen.

2. Onder de nevenrechten zijn tevens begrepen het recht van de vorige schuldeiser op bedongen rente of boete of op een dwangsom, behalve voor zover de rente opeisbaar of de boete of dwangsom reeds verbeurd was op het tijdstip van de overgang.

Dit lid specificeert dat onder de nevenrechten tevens het recht van de vorige schuldeiser op bedongen rente of boete of op een dwangsom is begrepen. Dit geldt echter niet voor zover de rente opeisbaar was of de boete of dwangsom reeds verbeurd was op het tijdstip van de overgang.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1274 - Cessie vordering van bank aan niet-bank: zorgplichten en overdraagbaarheid

ECLI:NL:HR:2020:127410 juli 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering van een bank op een cliënt is overdraagbaar aan een niet-bank. De zorgplichten van de bank gaan niet als zodanig over, maar de vordering is beperkt door die plichten. De niet-bank is bovendien gebonden aan de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1276 - Overdraagbaarheid vordering bank aan niet-bank en de zorgplicht na cessie

ECLI:NL:HR:2020:127610 juli 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering van een bank op een cliënt uit een lening is overdraagbaar aan een niet-bank. Hoewel de specifieke zorgplichten van de bank niet overgaan, wordt de rechtspositie van de cliënt beschermd door de inhoud van de vordering, verweermiddelen en de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtFinancieel Recht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AA3370

ECLI:NL:HR:1999:AA337012 november 1999Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:898

ECLI:NL:HR:2014:89811 april 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:904

ECLI:NL:HR:2014:90411 april 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3197

ECLI:NL:HR:2015:319730 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1527 - Dozy-clausule leidt tot hoofdelijk schuldenaarschap, niet tot bescherming als derde

ECLI:NL:HR:2021:152715 oktober 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een echtgenoot die via een Dozy-clausule in huwelijkse voorwaarden hoofdelijk aansprakelijk wordt voor gemeenschapsschulden, is een 'schuldenaar'. Deze persoon valt daarom niet onder de bescherming voor 'personen die geen schuldenaar zijn' in het kader van subrogatie (art. 6:151 lid 2 BW).

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Personen En Familierecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:210

ECLI:NL:HR:2024:2109 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:932

ECLI:NL:HR:2022:93224 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak