Burgerlijk Wetboek Boek 6

1. Artikel 119 laat onverlet het recht van de schuldeiser op vergoeding van de schade die hij heeft geleden, doordat na het intreden van het verzuim de koers van het geld tot betaling waarvan de verbintenis strekt, zich ten opzichte van die van het geld van een of meer andere landen heeft gewijzigd.

Dit betekent letterlijk: De bepalingen van artikel 119 laten het recht van de schuldeiser ongewijzigd (onverlet) om vergoeding te krijgen voor de schade die hij heeft geleden. Deze schade is ontstaan doordat, na het moment dat de schuldenaar in verzuim is geraakt (te laat is met betalen), de wisselkoers van het geld waarmee de verbintenis betaald moest worden, is veranderd ten opzichte van de wisselkoers van het geld van een of meer andere landen.

2. Het vorige lid is niet van toepassing, indien de verbintenis strekt tot betaling van Nederlands geld, de betaling in Nederland moet geschieden en de schuldeiser op het tijdstip van het ontstaan van de verbintenis zijn woonplaats in Nederland had.

Dit betekent letterlijk: De regel uit het eerste lid (het vorige lid) is niet van toepassing in de situatie waarin aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

• de verplichting (verbintenis) strekt tot betaling in Nederlands geld,
• de betaling moet in Nederland gebeuren (geschieden), en
• de schuldeiser had zijn woonplaats in Nederland op het moment dat de verplichting (verbintenis) is ontstaan.