Artikel 109 (Rechterlijke matiging van schadevergoeding)
1. Indien toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en hun beider draagkracht, tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden, kan de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding matigen.
2. De matiging mag niet geschieden tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken.
3. Ieder beding in strijd met lid 1 is nietig.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en hun beider draagkracht, tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden, kan de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding matigen.
Dit betekent dat als de toekenning van volledige schadevergoeding, gelet op de specifieke omstandigheden – waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de rechtsverhouding die tussen de partijen bestaat, en de draagkracht van beide partijen – zou resulteren in gevolgen die duidelijk onaanvaardbaar zijn, de rechter een wettelijke verplichting tot het betalen van schadevergoeding kan verminderen (matigen).
2. De matiging mag niet geschieden tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken.
Dit betekent dat de rechter de schadevergoeding niet mag matigen tot een bedrag dat lager is dan het bedrag waarvoor de schuldenaar (degene die de schade moet vergoeden) zijn aansprakelijkheid daadwerkelijk via een verzekering heeft gedekt, of waarvoor hij verplicht was zijn aansprakelijkheid door verzekering te dekken.
3. Ieder beding in strijd met lid 1 is nietig.
Dit betekent dat elke afspraak of bepaling (beding) die in tegenspraak is met de regel uit het eerste lid (over de mogelijkheid tot matiging door de rechter) van rechtswege ongeldig is (nietig).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1278
ECLI:NL:HR:2005:AR0220
ECLI:NL:HR:2001:AB0382
ECLI:NL:HR:2017:214 - Toerekening van schade bij wanprestatie zonder eigen belang (art. 6:98 BW)
Het ontbreken van eigen belang bij een tekortkoming is op zichzelf onvoldoende grond om schade slechts deels toe te rekenen onder art. 6:98 BW. Wettelijke rente (art. 6:119 BW) kan niet op grond van art. 6:98 BW worden beperkt; matiging vereist een afzonderlijke motivering.