Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 10. Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Artikel 106

Artikel 106 (Gronden voor vergoeding immateriële schade)

Laatste versie

Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding: a. indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen; b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast; c. indien het nadeel gelegen is in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en toegebracht is aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant tot in de tweede graad van de overledene, mits de aantasting plaatsvond op een wijze die de overledene, ware hij nog in leven geweest, recht zou hebben gegeven op schadevergoeding wegens het schaden van zijn eer of goede naam.

Uitleg in duidelijke taal

Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding:

Dit betekent letterlijk: Voor nadeel dat niet bestaat uit schade aan het vermogen (vermogensschade), heeft de persoon die schade heeft geleden (de benadeelde) recht op een schadevergoeding die naar redelijkheid en eerlijkheid (billijkheid) moet worden vastgesteld. De volgende punten specificeren wanneer dit recht van toepassing is:

a. indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen;

Dit betekent dat de benadeelde recht heeft op schadevergoeding indien de persoon die aansprakelijk is voor de schade, de uitdrukkelijke bedoeling (het oogmerk) had om specifiek dat soort nadeel (nadeel dat niet in vermogensschade bestaat) te veroorzaken (toe te brengen).

b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast;

Dit betekent dat de benadeelde recht heeft op schadevergoeding indien hij of zij lichamelijk letsel heeft opgelopen, zijn of haar eer of goede naam is geschaad, of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.

c. indien het nadeel gelegen is in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en toegebracht is aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant tot in de tweede graad van de overledene, mits de aantasting plaatsvond op een wijze die de overledene, ware hij nog in leven geweest, recht zou hebben gegeven op schadevergoeding wegens het schaden van zijn eer of goede naam.

Dit betekent dat er recht is op schadevergoeding indien het nadeel bestaat uit het beschadigen (aantasting) van de nagedachtenis van een overleden persoon. Deze schadevergoeding kan worden gevorderd door specifieke nabestaanden: de echtgenoot (die niet van tafel en bed gescheiden was), de geregistreerde partner, of een bloedverwant van de overledene tot in de tweede graad (dit omvat ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders en kleinkinderen). Een cruciale voorwaarde (mits) is dat deze aantasting van de nagedachtenis gebeurde op een manier die zodanig was, dat als de overledene nog in leven zou zijn geweest, deze zelf recht zou hebben gehad op schadevergoeding omdat zijn of haar eer of goede naam was geschaad.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4081x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken

ECLI:NL:HR:2016:25219 februari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad384x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:376 - Onterecht EBI-regime en de drempel voor immateriële schadevergoeding

ECLI:NL:HR:2019:37615 maart 2019Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

Een onrechtmatig verzwaard detentieregime leidt niet automatisch tot een recht op immateriële schadevergoeding. De benadeelde moet een 'aantasting in de persoon' aannemelijk maken, wat niet volgt uit de enkele schending van een grondrecht. De reeds ontvangen standaardtegemoetkoming kan volstaan.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtPenitentiair Strafrecht
Hoge Raad265x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD5356

ECLI:NL:HR:2002:AD535622 februari 2002Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht, Verzekeringsrecht
Hoge Raad235x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:958 - Hoge Raad preciseert en verruimt criteria voor toekenning van shockschade

ECLI:NL:HR:2022:95828 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stapt af van de strikte eisen voor shockschade. De onrechtmatigheid wordt beoordeeld aan de hand van gezichtspunten, en een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is niet langer vereist; objectief vastgesteld geestelijk letsel volstaat voor vergoeding.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad217x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1278

ECLI:NL:HR:2019:127819 juli 2019Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad120x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW1519

ECLI:NL:HR:2012:BW151929 juni 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad97x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1465 - Woninginbraak en emotionele waarde: niet automatisch recht op smartengeld

ECLI:NL:HR:2019:146515 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor toekenning van immateriële schade na een woninginbraak meer nodig is dan de inbreuk op privacy en het verlies van goederen met emotionele waarde. Er moet sprake zijn van een concreet onderbouwde 'aantasting in de persoon'.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI8583

ECLI:NL:HR:2009:BI85839 oktober 2009Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Letselschaderecht, Verzekeringsrecht
Hoge Raad72x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2241 - Shockschade: vaststelling recht versus motivering hoogte van de vergoeding

ECLI:NL:HR:2016:22414 oktober 2016Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt dat recht op shockschade bestaat bij een medisch vastgesteld ziektebeeld na directe confrontatie. De rechter moet de hoogte van de schadevergoeding echter toereikend motiveren, zeker bij betwisting, en kan niet volstaan met algemene verwijzingen naar de ernst van het feit.

Civiel RechtLetselschaderecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht