Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 10. Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Artikel 105

Artikel 105 (Begroting toekomstige schadevergoeding)

Laatste versie

1. De begroting van nog niet ingetreden schade kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld of na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden. In het laatste geval kan de rechter de schuldenaar veroordelen, hetzij tot betaling van een bedrag ineens, hetzij tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, al of niet met verplichting tot zekerheidstelling; deze veroordeling kan geschieden onder door de rechter te stellen voorwaarden.

2. Voor zover de rechter de schuldenaar veroordeelt tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, kan hij in zijn uitspraak bepalen dat deze op verzoek van elk van de partijen door de rechter die in eerste aanleg van de vordering tot schadevergoeding heeft kennis genomen, kan worden gewijzigd, indien zich na de uitspraak omstandigheden voordoen, die voor de omvang van de vergoedingsplicht van belang zijn en met de mogelijkheid van het intreden waarvan bij de vaststelling der bedragen geen rekening is gehouden.

Uitleg in duidelijke taal

1. De begroting van nog niet ingetreden schade kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld of na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden. In het laatste geval kan de rechter de schuldenaar veroordelen, hetzij tot betaling van een bedrag ineens, hetzij tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, al of niet met verplichting tot zekerheidstelling; deze veroordeling kan geschieden onder door de rechter te stellen voorwaarden.

Dit betekent dat de rechter de berekening (begroting) van schade die nog niet heeft plaatsgevonden (nog niet ingetreden schade) geheel of gedeeltelijk kan uitstellen. De rechter kan ook, na de positieve en negatieve mogelijkheden (goede en kwade kansen) te hebben overwogen, de schade vooraf (bij voorbaat) vaststellen. Als de rechter voor deze laatste optie kiest, kan hij de schuldenaar veroordelen tot ofwel een eenmalige betaling (een bedrag ineens), ofwel tot betalingen die met een vaste regelmaat (periodiek) worden uitgekeerd. Dit kan gepaard gaan met de verplichting om zekerheid te stellen (bijvoorbeeld een bankgarantie). De rechter kan aan deze veroordeling specifieke voorwaarden verbinden die hij zelf vaststelt.

2. Voor zover de rechter de schuldenaar veroordeelt tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, kan hij in zijn uitspraak bepalen dat deze op verzoek van elk van de partijen door de rechter die in eerste aanleg van de vordering tot schadevergoeding heeft kennis genomen, kan worden gewijzigd, indien zich na de uitspraak omstandigheden voordoen, die voor de omvang van de vergoedingsplicht van belang zijn en met de mogelijkheid van het intreden waarvan bij de vaststelling der bedragen geen rekening is gehouden.

Dit houdt in dat als de rechter de schuldenaar veroordeelt tot het betalen van periodiek uit te keren bedragen, hij in zijn vonnis kan opnemen dat deze bedragen later gewijzigd kunnen worden. Een dergelijke wijziging kan worden aangevraagd door elk van de betrokken partijen (zowel de schuldeiser als de schuldenaar). De wijziging moet worden voorgelegd aan de rechter die de oorspronkelijke vordering tot schadevergoeding in de eerste fase van de rechtszaak (in eerste aanleg) heeft behandeld. Een wijziging is alleen mogelijk als er na de uitspraak nieuwe omstandigheden ontstaan die van invloed zijn op de hoogte (omvang) van de verplichting tot schadevergoeding. Bovendien moet gelden dat bij het oorspronkelijk vaststellen van de bedragen geen rekening is gehouden met de mogelijkheid dat deze specifieke omstandigheden zich zouden voordoen (intreden).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad87x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU3784

ECLI:NL:HR:2012:BU37846 april 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM1688

ECLI:NL:HR:2010:BM16889 juli 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht, Insolventierecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1291 - Schadebegroting: peildatum in het verleden en de uitsluiting van risico-opslag

ECLI:NL:HR:2019:129130 augustus 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Bij schadebegroting met een peildatum in het verleden mag de rechter gebruikmaken van informatie van na die datum. Wanneer een hypothetisch scenario hierdoor zekerder wordt, is er in de disconteringsvoet geen plaats voor een opslag voor ondernemingsrisico.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2795

ECLI:NL:HR:2001:AB27957 december 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3145 - Hoge Raad: Schade aan bomen en de grenzen van abstracte schadebegroting

ECLI:NL:HR:2017:314515 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Schade aan een boom die niet vervangen hoeft te worden, kan niet worden begroot op in het verleden gemaakte kosten. Een abstract rekenmodel dat toekomstige schade vooraf begroot op basis van goede en kwade kansen, is geen algemeen aanvaardbare methode.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU6089

ECLI:NL:HR:2005:AU608916 december 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD6098

ECLI:NL:HR:2001:AD609814 december 2001Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2255 - Zuivering van verzuim en ontbinding bij schuldeisersverzuim

ECLI:NL:HR:2018:22557 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een aanbod tot zuivering van verzuim moet ook toekomstige schade en kosten dekken. Een schuldeiser die een geldig aanbod weigert, komt in schuldeisersverzuim. Dit geeft de schuldenaar echter niet het recht de overeenkomst te annuleren. Doet hij dit toch, dan mag de schuldeiser alsnog ontbinden.

Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA3520

ECLI:NL:HR:2007:BA352013 juli 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC9365

ECLI:NL:HR:2008:BC936511 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht