Artikel 105 (Begroting toekomstige schadevergoeding)
1. De begroting van nog niet ingetreden schade kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld of na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden. In het laatste geval kan de rechter de schuldenaar veroordelen, hetzij tot betaling van een bedrag ineens, hetzij tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, al of niet met verplichting tot zekerheidstelling; deze veroordeling kan geschieden onder door de rechter te stellen voorwaarden.
2. Voor zover de rechter de schuldenaar veroordeelt tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, kan hij in zijn uitspraak bepalen dat deze op verzoek van elk van de partijen door de rechter die in eerste aanleg van de vordering tot schadevergoeding heeft kennis genomen, kan worden gewijzigd, indien zich na de uitspraak omstandigheden voordoen, die voor de omvang van de vergoedingsplicht van belang zijn en met de mogelijkheid van het intreden waarvan bij de vaststelling der bedragen geen rekening is gehouden.
Uitleg in duidelijke taal
1. De begroting van nog niet ingetreden schade kan door de rechter geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld of na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden. In het laatste geval kan de rechter de schuldenaar veroordelen, hetzij tot betaling van een bedrag ineens, hetzij tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, al of niet met verplichting tot zekerheidstelling; deze veroordeling kan geschieden onder door de rechter te stellen voorwaarden.
Dit betekent dat de rechter de berekening (begroting) van schade die nog niet heeft plaatsgevonden (nog niet ingetreden schade) geheel of gedeeltelijk kan uitstellen. De rechter kan ook, na de positieve en negatieve mogelijkheden (goede en kwade kansen) te hebben overwogen, de schade vooraf (bij voorbaat) vaststellen. Als de rechter voor deze laatste optie kiest, kan hij de schuldenaar veroordelen tot ofwel een eenmalige betaling (een bedrag ineens), ofwel tot betalingen die met een vaste regelmaat (periodiek) worden uitgekeerd. Dit kan gepaard gaan met de verplichting om zekerheid te stellen (bijvoorbeeld een bankgarantie). De rechter kan aan deze veroordeling specifieke voorwaarden verbinden die hij zelf vaststelt.
2. Voor zover de rechter de schuldenaar veroordeelt tot betaling van periodiek uit te keren bedragen, kan hij in zijn uitspraak bepalen dat deze op verzoek van elk van de partijen door de rechter die in eerste aanleg van de vordering tot schadevergoeding heeft kennis genomen, kan worden gewijzigd, indien zich na de uitspraak omstandigheden voordoen, die voor de omvang van de vergoedingsplicht van belang zijn en met de mogelijkheid van het intreden waarvan bij de vaststelling der bedragen geen rekening is gehouden.
Dit houdt in dat als de rechter de schuldenaar veroordeelt tot het betalen van periodiek uit te keren bedragen, hij in zijn vonnis kan opnemen dat deze bedragen later gewijzigd kunnen worden. Een dergelijke wijziging kan worden aangevraagd door elk van de betrokken partijen (zowel de schuldeiser als de schuldenaar). De wijziging moet worden voorgelegd aan de rechter die de oorspronkelijke vordering tot schadevergoeding in de eerste fase van de rechtszaak (in eerste aanleg) heeft behandeld. Een wijziging is alleen mogelijk als er na de uitspraak nieuwe omstandigheden ontstaan die van invloed zijn op de hoogte (omvang) van de verplichting tot schadevergoeding. Bovendien moet gelden dat bij het oorspronkelijk vaststellen van de bedragen geen rekening is gehouden met de mogelijkheid dat deze specifieke omstandigheden zich zouden voordoen (intreden).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2012:BU3784
ECLI:NL:HR:2010:BM1688
ECLI:NL:HR:2019:1291 - Schadebegroting: peildatum in het verleden en de uitsluiting van risico-opslag
Bij schadebegroting met een peildatum in het verleden mag de rechter gebruikmaken van informatie van na die datum. Wanneer een hypothetisch scenario hierdoor zekerder wordt, is er in de disconteringsvoet geen plaats voor een opslag voor ondernemingsrisico.
ECLI:NL:HR:2001:AB2795
ECLI:NL:HR:2017:3145 - Hoge Raad: Schade aan bomen en de grenzen van abstracte schadebegroting
Schade aan een boom die niet vervangen hoeft te worden, kan niet worden begroot op in het verleden gemaakte kosten. Een abstract rekenmodel dat toekomstige schade vooraf begroot op basis van goede en kwade kansen, is geen algemeen aanvaardbare methode.
ECLI:NL:HR:2005:AU6089
ECLI:NL:HR:2001:AD6098
ECLI:NL:HR:2018:2255 - Zuivering van verzuim en ontbinding bij schuldeisersverzuim
Een aanbod tot zuivering van verzuim moet ook toekomstige schade en kosten dekken. Een schuldeiser die een geldig aanbod weigert, komt in schuldeisersverzuim. Dit geeft de schuldenaar echter niet het recht de overeenkomst te annuleren. Doet hij dit toch, dan mag de schuldeiser alsnog ontbinden.