Artikel 92 (Hoofdelijke verbondenheid canon erfpacht)
1. Behoort de erfpacht toe aan twee of meer personen, hetzij als deelgenoten hetzij als erfpachter van verschillende gedeelten van de zaak, dan zijn zij hoofdelijk verbonden voor de gehele canon die tijdens hun recht opeisbaar wordt, voor zover deze niet over hun rechten verdeeld is.
2. Na overdracht of toedeling van de erfpacht op de zaak of een gedeelte daarvan of van een aandeel in de erfpacht zijn de verkrijger en zijn rechtsvoorganger hoofdelijk verbonden voor de door laatstgenoemde verschuldigde canon die in de voorafgaande vijf jaren opeisbaar is geworden.
3. In de akte van vestiging kan van de vorige leden worden afgeweken, doch van het tweede lid niet ten nadele van de verkrijger.
Uitleg in duidelijke taal
1. Behoort de erfpacht toe aan twee of meer personen, hetzij als deelgenoten hetzij als erfpachter van verschillende gedeelten van de zaak, dan zijn zij hoofdelijk verbonden voor de gehele canon die tijdens hun recht opeisbaar wordt, voor zover deze niet over hun rechten verdeeld is.
Dit betekent letterlijk: Indien de erfpacht in eigendom is van twee of meer personen, ofwel omdat zij gezamenlijk eigenaar zijn (deelgenoten), ofwel omdat zij ieder erfpachter zijn van afzonderlijke delen van de betreffende zaak, dan zijn deze personen gezamenlijk en ieder afzonderlijk (hoofdelijk) aansprakelijk voor de volledige canon die betaald moet worden (opeisbaar wordt) gedurende de periode dat hun recht van erfpacht geldt. Deze hoofdelijke verbondenheid geldt tenzij de canon reeds verdeeld is over hun respectievelijke rechten.
2. Na overdracht of toedeling van de erfpacht op de zaak of een gedeelte daarvan of van een aandeel in de erfpacht zijn de verkrijger en zijn rechtsvoorganger hoofdelijk verbonden voor de door laatstgenoemde verschuldigde canon die in de voorafgaande vijf jaren opeisbaar is geworden.
Dit houdt letterlijk in: Wanneer de erfpacht op de zaak, of een deel van de zaak, of een aandeel in de erfpacht wordt overgedragen aan een nieuwe partij (de verkrijger) of aan iemand wordt toegewezen, dan zijn zowel de nieuwe eigenaar (de verkrijger) als de vorige eigenaar (zijn rechtsvoorganger) gezamenlijk en ieder afzonderlijk (hoofdelijk) aansprakelijk. Deze aansprakelijkheid betreft de canon die de vorige eigenaar (laatstgenoemde) nog had moeten betalen en die in de vijf jaren direct voorafgaand aan de overdracht of toedeling betaalbaar (opeisbaar) is geworden.
3. In de akte van vestiging kan van de vorige leden worden afgeweken, doch van het tweede lid niet ten nadele van de verkrijger.
Dit betekent letterlijk: In het officiële document waarmee de erfpacht wordt gevestigd (de akte van vestiging), kunnen afspraken worden gemaakt die anders zijn dan de regels genoemd in de voorgaande leden (lid 1 en lid 2). Echter, van de regel in het tweede lid (betreffende de hoofdelijke verbondenheid voor de canon van de voorafgaande vijf jaar) mag niet worden afgeweken op een manier die ongunstig (ten nadele) is voor de partij die de erfpacht verkrijgt (de verkrijger).