Terug naar bibliotheek
Boek 5. Zakelijke rechten
Titel 7. Erfpacht
Artikel 87

Artikel 87 (Opzegging erfpacht door erfpachter en eigenaar)

Laatste versie

1. Een erfpacht kan door de erfpachter worden opgezegd, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald.

2. Een erfpacht kan door de eigenaar worden opgezegd, indien de erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Na het einde van de erfpacht is de eigenaar verplicht de waarde die de erfpacht dan heeft aan de erfpachter te vergoeden, na aftrek van hetgeen hij uit hoofde van de erfpacht van de erfpachter te vorderen heeft, de kosten daaronder begrepen.

3. Een beding dat ten nadele van de erfpachter van het vorige lid afwijkt is nietig. In de akte van vestiging kan aan de eigenaar de bevoegdheid worden toegekend tot opzegging, behoudens op grond van tekortschieten van de erfpachter in de nakoming van zijn verplichtingen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een erfpacht kan door de erfpachter worden opgezegd, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald.

Dit betekent dat de erfpachter het recht heeft om de erfpacht te beëindigen door middel van opzegging, tenzij in de akte van vestiging (het document waarmee de erfpacht is vastgelegd) anders is overeengekomen.

2. Een erfpacht kan door de eigenaar worden opgezegd, indien de erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Na het einde van de erfpacht is de eigenaar verplicht de waarde die de erfpacht dan heeft aan de erfpachter te vergoeden, na aftrek van hetgeen hij uit hoofde van de erfpacht van de erfpachter te vorderen heeft, de kosten daaronder begrepen.

Dit lid bepaalt dat de eigenaar de erfpacht kan opzeggen indien de erfpachter verzuimt de canon (de periodieke betaling) over twee achtereenvolgende jaren te voldoen, of als de erfpachter in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Een dergelijke opzegging door de eigenaar moet, op straffe van nietigheid (anders is de opzegging ongeldig), binnen acht dagen formeel worden betekend (officieel medegedeeld) aan degenen die in de openbare registers staan ingeschreven als beperkt gerechtigde (bijvoorbeeld een hypotheekhouder) of als beslaglegger op de erfpacht. Na het einde van de erfpacht is de eigenaar verplicht om de erfpachter de waarde te vergoeden die de erfpacht op dat moment heeft. Hierop mag de eigenaar in mindering brengen wat hij nog van de erfpachter te vorderen heeft uit hoofde van de erfpacht, met inbegrip van de kosten.

3. Een beding dat ten nadele van de erfpachter van het vorige lid afwijkt is nietig. In de akte van vestiging kan aan de eigenaar de bevoegdheid worden toegekend tot opzegging, behoudens op grond van tekortschieten van de erfpachter in de nakoming van zijn verplichtingen.

Een beding (een bepaling in een overeenkomst) dat afwijkt van het bepaalde in het vorige lid (lid 2) en dat ten nadele is van de erfpachter, is nietig (ongeldig). In de akte van vestiging kan aan de eigenaar de bevoegdheid worden toegekend om de erfpacht op te zeggen voor andere gronden dan het tekortschieten van de erfpachter in de nakoming van zijn verplichtingen.