Terug naar bibliotheek
Boek 5. Zakelijke rechten
Titel 9. Appartementsrechten
Afdeling 4. Wijziging van de akte van splitsing en opheffing van de splitsing
Artikel 141

Artikel 141 (Vernietiging wijziging splitsingsakte zonder toestemming)

Laatste versie

1. Bij gebreke van de in de artikelen 139, 140 en 140a bedoelde toestemming of daarvoor in de plaats tredende machtiging wordt de wijziging vernietigd bij rechterlijke uitspraak op vordering van degeen wiens toestemming achterwege is gebleven.

2. De bevoegdheid om vernietiging te vorderen verjaart door verloop van een jaar, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop degeen die de vernietiging kan vorderen kennis heeft genomen van de wijziging dan wel hem schriftelijk van die wijziging mededeling is gedaan.

3. De rechter kan de vordering afwijzen, wanneer de eiser geen schade lijdt of hem een redelijke schadeloosstelling wordt aangeboden en voor de betaling hiervan voldoende zekerheid is gesteld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij gebreke van de in de artikelen 139, 140 en 140a bedoelde toestemming of daarvoor in de plaats tredende machtiging wordt de wijziging vernietigd bij rechterlijke uitspraak op vordering van degeen wiens toestemming achterwege is gebleven.

Dit betekent letterlijk: Indien de in de artikelen 139, 140 en 140a genoemde toestemming, of een machtiging die daarvoor in de plaats komt, ontbreekt, dan wordt de wijziging van de akte van splitsing vernietigd door een rechterlijke uitspraak. Deze vernietiging vindt plaats op vordering van de persoon van wie de toestemming niet is verkregen (achterwege is gebleven).

2. De bevoegdheid om vernietiging te vorderen verjaart door verloop van een jaar, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop degeen die de vernietiging kan vorderen kennis heeft genomen van de wijziging dan wel hem schriftelijk van die wijziging mededeling is gedaan.

Dit betekent letterlijk: Het recht om de vernietiging van de wijziging te eisen (vorderen), vervalt (verjaart) na verloop van één jaar. Deze termijn van een jaar begint te lopen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de persoon die de vernietiging kan vorderen, kennis heeft genomen van de wijziging, of de dag nadat hem schriftelijk mededeling is gedaan van die wijziging.

3. De rechter kan de vordering afwijzen, wanneer de eiser geen schade lijdt of hem een redelijke schadeloosstelling wordt aangeboden en voor de betaling hiervan voldoende zekerheid is gesteld.

Dit betekent letterlijk: De rechter heeft de mogelijkheid om de vordering tot vernietiging af te wijzen indien de persoon die de vordering instelt (de eiser) geen schade lijdt. De rechter kan de vordering ook afwijzen als aan de eiser een redelijke vergoeding voor de schade (schadeloosstelling) wordt aangeboden en er tevens voldoende garantie (zekerheid) is gesteld dat deze schadeloosstelling daadwerkelijk betaald zal worden.