Burgerlijk Wetboek Boek 5

1. Het bestuur van de vereniging wordt gevormd door één bestuurder, tenzij de statuten bepalen dat er twee of meer zullen zijn. In het laatste geval wordt de vereniging, voor zover in de statuten niet anders is bepaald, tegenover derden door ieder der bestuurders vertegenwoordigd.

Dit lid stelt dat het bestuur van de vereniging in beginsel uit één bestuurder bestaat. De statuten kunnen echter bepalen dat er twee of meer bestuurders zijn. Indien er meerdere bestuurders zijn, dan is elke bestuurder bevoegd om de vereniging te vertegenwoordigen tegenover derden, tenzij de statuten hierover een andere regeling bevatten.

2. Het bestuur wordt door de vergadering van eigenaars, al dan niet uit de leden, benoemd en kan te allen tijde door haar worden geschorst of ontslagen. Een veroordeling tot herstel van de dienstbetrekking tussen de vereniging en een bestuurder kan door de rechter niet worden uitgesproken.

Dit lid bepaalt dat de vergadering van eigenaars het bestuur benoemt. De bestuurders kunnen leden van de vereniging zijn, maar dit is niet vereist. Dezelfde vergadering van eigenaars heeft de bevoegdheid om het bestuur op elk moment te schorsen of te ontslaan. Verder stelt dit lid dat een rechter niet kan bevelen dat een dienstbetrekking tussen de vereniging en een bestuurder wordt hersteld.

3. Voor zover de statuten niet anders bepalen, beheert het bestuur de middelen der vereniging en draagt het zorg voor de tenuitvoerlegging van de besluiten van de vergadering van eigenaars.

Dit lid geeft aan dat het bestuur, tenzij de statuten anders voorschrijven, verantwoordelijk is voor het beheer van de financiële middelen van de vereniging. Daarnaast dient het bestuur ervoor te zorgen dat de besluiten die door de vergadering van eigenaars zijn genomen, worden uitgevoerd.

4. Bij besluit van de vergadering van eigenaars kan van het vorige lid worden afgeweken en kunnen aan het bestuur aanwijzingen met betrekking tot de uitoefening van zijn taak worden gegeven. Deze besluiten kunnen niet worden ingeroepen tegen de wederpartij, tenzij zij haar bekend waren of behoorden te zijn.

Dit lid stelt dat de vergadering van eigenaars kan besluiten om af te wijken van de bepalingen in het vorige lid (lid 3). Dit betekent dat de vergadering van eigenaars andere regels kan stellen voor het beheer van de middelen en de tenuitvoerlegging van besluiten. Ook kan de vergadering van eigenaars aanwijzingen geven aan het bestuur over hoe het zijn taken moet uitoefenen. Dergelijke besluiten kunnen echter niet worden tegengeworpen aan een wederpartij (een derde partij waarmee de vereniging een relatie heeft), tenzij deze wederpartij op de hoogte was of had moeten zijn van deze besluiten.