Artikel 11 (Bevoegdheid burgemeester niet-opgehaalde gevonden zaak)
Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
Uitleg in duidelijke taal
Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
Dit artikel stelt het volgende: Wanneer een vinder, die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging (dat wil zeggen, na het eigenaar worden) bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, dan is de burgemeester bevoegd. Deze bevoegdheid houdt in dat de burgemeester de zaak voor rekening van de gemeente mag verkopen, de zaak om niet (dat wil zeggen, zonder tegenprestatie) aan een derde mag overdragen, of de zaak mag vernietigen.