Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 4. Uiterste willen
Afdeling 3. Legitieme portie
Paragraaf 2. De omvang van de legitieme portie
Artikel 73

Artikel 73 (Verworpen legaat en omvang legitieme portie)

Laatste versie

1. De waarde van een legaat aan een legitimaris van een bepaalde geldsom of van niet in een vorderingsrecht bestaande goederen der nalatenschap komt ook in mindering van zijn legitieme portie wanneer hij het legaat verwerpt, tenzij

a. het legaat onder een voorwaarde, een last of een bewind is gemaakt, of b. ten laste van de legitimaris sublegaten zijn gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom, of c. het legaat later dan zes maanden na het overlijden van de erflater, of indien de legitimaris mede-erfgenaam is, pas na de verdeling der nalatenschap opeisbaar wordt, of d. het legaat ten laste komt van een of meer erfgenamen wier erfdelen ontoereikend zijn om het legaat daaruit te voldoen, en de verwerping binnen drie maanden na het overlijden van de erflater geschiedt.

2. Heeft de erflater de in artikel 125 lid 2 bedoelde bevoegdheid ontzegd aan een legitimaris, dan kan deze het legaat binnen drie maanden na het overlijden van de erflater verwerpen, zonder dat de waarde ervan in mindering komt van zijn legitieme portie.

Uitleg in duidelijke taal

1. De waarde van een legaat aan een legitimaris van een bepaalde geldsom of van niet in een vorderingsrecht bestaande goederen der nalatenschap komt ook in mindering van zijn legitieme portie wanneer hij het legaat verwerpt, tenzij

Dit betekent letterlijk dat de waarde van een legaat, dat bestaat uit een specifieke geldsom of uit goederen van de nalatenschap die geen vorderingsrecht zijn en dat is nagelaten aan een legitimaris, ook wordt afgetrokken (komt in mindering) van zijn legitieme portie, zelfs als de legitimaris dit legaat weigert (verwerpt). Dit is de hoofdregel, maar er zijn uitzonderingen (tenzij).

a. het legaat onder een voorwaarde, een last of een bewind is gemaakt, of

Dit betekent dat de hoofdregel (dat de waarde in mindering komt) niet van toepassing is indien het legaat is gemaakt (nagelaten) onder een voorwaarde, een last (een verplichting voor de legataris), of een bewind (waarbij het beheer van het legaat aan een bewindvoerder is opgedragen).

b. ten laste van de legitimaris sublegaten zijn gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom, of

De hoofdregel geldt ook niet indien er ten laste van de legitimaris (dus door de legitimaris te voldoen) sublegaten zijn gemaakt (opgelegd) die de legitimaris verplichten tot iets anders dan de betaling van een geldsom.

c. het legaat later dan zes maanden na het overlijden van de erflater, of indien de legitimaris mede-erfgenaam is, pas na de verdeling der nalatenschap opeisbaar wordt, of

De hoofdregel is evenmin van toepassing indien het legaat pas opeisbaar wordt:

  • later dan zes maanden na het overlijden van de erflater, of
  • als de legitimaris ook mede-erfgenaam is, pas na de verdeling van de nalatenschap.

d. het legaat ten laste komt van een of meer erfgenamen wier erfdelen ontoereikend zijn om het legaat daaruit te voldoen, en de verwerping binnen drie maanden na het overlijden van de erflater geschiedt.

Ten slotte geldt de hoofdregel niet indien het legaat betaald moet worden door (ten laste komt van) een of meer erfgenamen wier erfdelen niet groot genoeg zijn (ontoereikend zijn) om het legaat daaruit te voldoen, én de legitimaris het legaat verwerpt (de verwerping geschiedt) binnen drie maanden na het overlijden van de erflater.

2. Heeft de erflater de in artikel 125 lid 2 bedoelde bevoegdheid ontzegd aan een legitimaris, dan kan deze het legaat binnen drie maanden na het overlijden van de erflater verwerpen, zonder dat de waarde ervan in mindering komt van zijn legitieme portie.

Dit betekent letterlijk: Indien de erflater aan een legitimaris de specifieke bevoegdheid heeft ontnomen (ontzegd) die wordt genoemd in artikel 125 lid 2 (van Boek 4 Burgerlijk Wetboek), dan heeft deze legitimaris de mogelijkheid om het legaat te weigeren (verwerpen) binnen een termijn van drie maanden na het overlijden van de erflater. Als de legitimaris dit doet, komt de waarde van dat verworpen legaat niet in mindering op zijn legitieme portie.