Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 4. Uiterste willen
Afdeling 3. Legitieme portie
Paragraaf 2. De omvang van de legitieme portie
Artikel 66

Artikel 66 (Waardering giften legitieme portie)

Laatste versie

1. Voor de toepassing van deze afdeling worden giften gewaardeerd naar het tijdstip van de prestatie, behoudens het in de volgende leden bepaalde. Met een mogelijkheid dat de erflater de gift had kunnen herroepen wordt geen rekening gehouden.

2. Giften waarbij de erflater zich het genot van het geschonkene gedurende zijn leven heeft voorbehouden, en andere giften van een voordeel bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten, worden geschat naar de waarde onmiddellijk na zijn overlijden. Hetzelfde geldt voor giften van prestaties die de erflater bij zijn overlijden nog niet had verricht, met dien verstande dat met deze giften, evenals met de uit dien hoofde nagelaten schulden, geen rekening wordt gehouden voor zover de nalatenschap niet toereikend is. Een gift die bestaat in de aanwijzing van een begunstigde bij sommenverzekering, wordt in aanmerking genomen tot haar waarde overeenkomstig artikel 188 leden 2 en 3 van Boek 7.

3. Giften, bestaande in de vervreemding van een goed door de erflater tegen verschaffing door de wederpartij van een aan het leven van de erflater gebonden recht, worden gewaardeerd als een gift van dat goed, verminderd met de waarde van de door de erflater ontvangen of hem bij zijn overlijden nog verschuldigde prestaties, voor zover deze niet bestonden in genot van dat goed.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voor de toepassing van deze afdeling worden giften gewaardeerd naar het tijdstip van de prestatie, behoudens het in de volgende leden bepaalde. Met een mogelijkheid dat de erflater de gift had kunnen herroepen wordt geen rekening gehouden.

Dit betekent dat voor de toepassing van deze afdeling, giften worden gewaardeerd naar de waarde op het moment dat de prestatie werd verricht, tenzij de volgende leden anders bepalen. De mogelijkheid dat de erflater de gift had kunnen herroepen, speelt hierbij geen rol.

2. Giften waarbij de erflater zich het genot van het geschonkene gedurende zijn leven heeft voorbehouden, en andere giften van een voordeel bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten, worden geschat naar de waarde onmiddellijk na zijn overlijden. Hetzelfde geldt voor giften van prestaties die de erflater bij zijn overlijden nog niet had verricht, met dien verstande dat met deze giften, evenals met de uit dien hoofde nagelaten schulden, geen rekening wordt gehouden voor zover de nalatenschap niet toereikend is. Een gift die bestaat in de aanwijzing van een begunstigde bij sommenverzekering, wordt in aanmerking genomen tot haar waarde overeenkomstig artikel 188 leden 2 en 3 van Boek 7.

Dit lid specificeert dat giften waarbij de erflater zich het genot van het geschonkene gedurende zijn leven heeft voorbehouden, alsook andere giften van een voordeel dat bestemd is om pas na zijn overlijden volledig te worden genoten, worden geschat naar de waarde direct na zijn overlijden. Hetzelfde is van toepassing op giften van prestaties die de erflater bij zijn overlijden nog niet had verricht, met dien verstande dat met deze giften en de daaruit voortvloeiende nagelaten schulden geen rekening wordt gehouden indien de nalatenschap ontoereikend is. Een gift die bestaat uit de aanwijzing van een begunstigde bij een sommenverzekering, wordt meegenomen voor haar waarde zoals bepaald in artikel 188 leden 2 en 3 van Boek 7.

3. Giften, bestaande in de vervreemding van een goed door de erflater tegen verschaffing door de wederpartij van een aan het leven van de erflater gebonden recht, worden gewaardeerd als een gift van dat goed, verminderd met de waarde van de door de erflater ontvangen of hem bij zijn overlijden nog verschuldigde prestaties, voor zover deze niet bestonden in genot van dat goed.

Dit lid bepaalt dat giften die bestaan uit de vervreemding van een goed door de erflater, waarvoor de wederpartij een recht heeft verschaft dat gebonden is aan het leven van de erflater, worden gewaardeerd als een gift van dat goed. Deze waarde wordt vervolgens verminderd met de waarde van de prestaties die de erflater heeft ontvangen of die hem bij zijn overlijden nog verschuldigd waren, voor zover deze prestaties niet het genot van dat goed betroffen.