Artikel 215 (Tegeldemaking goederen nalatenschap door vereffenaar)
1. De vereffenaar maakt de goederen der nalatenschap te gelde, voor zover dit voor de voldoening van de schulden der nalatenschap nodig is. Goederen die een schuldeiser der nalatenschap te vorderen heeft, worden zoveel mogelijk in de laatste plaats te gelde gemaakt.
2. Omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking treedt de vereffenaar zoveel mogelijk in overleg met de erfgenamen. Bestaat tegen de voorgenomen tegeldemaking van een goed bezwaar bij een erfgenaam of een schuldeiser die het goed te vorderen heeft dan stelt de vereffenaar hem in de gelegenheid de beslissing van de kantonrechter in te roepen.
3. Het in het vorige lid ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt mede ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt.
4. Artikel 68 van Boek 3 is op de vereffenaar van overeenkomstige toepassing.
5. Met betrekking tot door de erflater gesloten sommenverzekeringen zonder onherroepelijk geworden aanwijzing van een derde als begunstigde, is artikel 22a Faillissementswet van overeenkomstige toepassing, waarbij dient te worden gelezen voor:
a. de curator: de vereffenaar b. de rechter-commissaris: de kantonrechter c. de verzekeringnemer: de erfgenamen dan wel, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig afdeling 1 van titel 3, de echtgenoot van de erflater.
Uitleg in duidelijke taal
1. De vereffenaar maakt de goederen der nalatenschap te gelde, voor zover dit voor de voldoening van de schulden der nalatenschap nodig is. Goederen die een schuldeiser der nalatenschap te vorderen heeft, worden zoveel mogelijk in de laatste plaats te gelde gemaakt.
Dit betekent dat de vereffenaar
de goederen der nalatenschap
te gelde maakt
(verkoopt), maar alleen voor zover dit voor de voldoening van de schulden der nalatenschap nodig is
. Goederen die een schuldeiser der nalatenschap te vorderen heeft
(waar een schuldeiser recht op heeft), worden zoveel mogelijk in de laatste plaats te gelde gemaakt
(als laatste verkocht).
2. Omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking treedt de vereffenaar zoveel mogelijk in overleg met de erfgenamen. Bestaat tegen de voorgenomen tegeldemaking van een goed bezwaar bij een erfgenaam of een schuldeiser die het goed te vorderen heeft dan stelt de vereffenaar hem in de gelegenheid de beslissing van de kantonrechter in te roepen.
Dit houdt in dat de vereffenaar
zoveel mogelijk in overleg treedt met de erfgenamen
betreffende de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking
. Indien een erfgenaam
of een schuldeiser die het goed te vorderen heeft
, bezwaar
heeft tegen de voorgenomen tegeldemaking van een goed
, dan stelt de vereffenaar hem in de gelegenheid de beslissing van de kantonrechter in te roepen
.
3. Het in het vorige lid ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt mede ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt.
Dit betekent dat hetgeen in het vorige lid ten aanzien van de erfgenamen bepaalde
(de regels in lid 2 voor de erfgenamen), ook geldt mede ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt
(nagelaten bij testament).
4. Artikel 68 van Boek 3 is op de vereffenaar van overeenkomstige toepassing.
Dit houdt in dat Artikel 68 van Boek 3
van het Burgerlijk Wetboek op de vereffenaar van overeenkomstige toepassing
is (ook voor de vereffenaar geldt).
5. Met betrekking tot door de erflater gesloten sommenverzekeringen zonder onherroepelijk geworden aanwijzing van een derde als begunstigde, is artikel 22a Faillissementswet van overeenkomstige toepassing, waarbij dient te worden gelezen voor:
Dit lid bepaalt dat voor door de erflater gesloten sommenverzekeringen
waarbij geen derde als begunstigde
is aangewezen op een wijze die onherroepelijk
is geworden
, artikel 22a Faillissementswet van overeenkomstige toepassing
is. Hierbij dient te worden gelezen voor
(moeten de volgende termen in artikel 22a Faillissementswet als volgt worden geïnterpreteerd):
a. de curator: de vereffenaar
Dit betekent dat waar in artikel 22a Faillissementswet 'de curator
' staat, 'de vereffenaar
' gelezen moet worden.
b. de rechter-commissaris: de kantonrechter
Dit betekent dat waar in artikel 22a Faillissementswet 'de rechter-commissaris
' staat, 'de kantonrechter
' gelezen moet worden.
c. de verzekeringnemer: de erfgenamen dan wel, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig afdeling 1 van titel 3, de echtgenoot van de erflater.
Dit betekent dat waar in artikel 22a Faillissementswet 'de verzekeringnemer
' staat, gelezen moet worden: de erfgenamen
, of, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig afdeling 1 van titel 3
(de wettelijke verdeling), de echtgenoot van de erflater
.