Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 6. Gevolgen van de erfopvolging
Afdeling 2. Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten
Artikel 195

Artikel 195 (Beneficiaire aanvaarding aanwijzing vereffenaars)

Laatste versie

1. Is een nalatenschap door een of meer erfgenamen beneficiair aanvaard en moet zij uit dien hoofde overeenkomstig de volgende afdeling van deze titel worden vereffend, dan zijn alle erfgenamen vereffenaar.

2. Voor de toepassing van de bepalingen van deze en de volgende afdeling inzake vereffening wordt de echtgenoot van de erflater die een recht van vruchtgebruik heeft krachtens afdeling 2 van titel 3, als een erfgenaam aangemerkt, tenzij uit de strekking van de bepalingen anders voortvloeit.

Uitleg in duidelijke taal

1. Is een nalatenschap door een of meer erfgenamen beneficiair aanvaard en moet zij uit dien hoofde overeenkomstig de volgende afdeling van deze titel worden vereffend, dan zijn alle erfgenamen vereffenaar.

Dit lid bepaalt dat als een nalatenschap door één of meer erfgenamen beneficiair is aanvaard, en die nalatenschap om die reden (uit dien hoofde) moet worden vereffend volgens de regels van de volgende afdeling van deze titel, dan zijn alle erfgenamen vereffenaar van die nalatenschap.

2. Voor de toepassing van de bepalingen van deze en de volgende afdeling inzake vereffening wordt de echtgenoot van de erflater die een recht van vruchtgebruik heeft krachtens afdeling 2 van titel 3, als een erfgenaam aangemerkt, tenzij uit de strekking van de bepalingen anders voortvloeit.

Dit lid stelt dat wanneer de regels van deze afdeling en de volgende afdeling over vereffening worden toegepast, de echtgenoot van de overledene (erflater) die een recht van vruchtgebruik heeft op grond van (krachtens) afdeling 2 van titel 3, wordt beschouwd (aangemerkt) als een erfgenaam. Dit geldt niet als uit de bedoeling (strekking) van de betreffende regels (bepalingen) iets anders blijkt (anders voortvloeit).