Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 6. Gevolgen van de erfopvolging
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 183

Artikel 183 (Opvorderingsrecht nalatenschap erfgenaam echtgenoot)

Laatste versie

Een erfgenaam kan de goederen van de nalatenschap met inbegrip van die welke de erflater op het tijdstip van zijn overlijden voor derden hield, opvorderen van iedere derde die deze goederen zonder recht houdt. Is de nalatenschap verdeeld overeenkomstig artikel 13, dan komt de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid uitsluitend toe aan de echtgenoot van de erflater.

Uitleg in duidelijke taal

Een erfgenaam kan de goederen van de nalatenschap met inbegrip van die welke de erflater op het tijdstip van zijn overlijden voor derden hield, opvorderen van iedere derde die deze goederen zonder recht houdt. Is de nalatenschap verdeeld overeenkomstig artikel 13, dan komt de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid uitsluitend toe aan de echtgenoot van de erflater.

Dit artikel betekent het volgende: Een erfgenaam heeft het recht om de goederen die tot de nalatenschap behoren, op te vorderen. Dit recht omvat ook goederen die de erflater (de overledene) op het moment van zijn overlijden voor derden (andere personen) in bezit had. De erfgenaam kan deze goederen opvorderen van elke derde persoon die deze goederen zonder een geldig recht bezit (zonder recht houdt). Indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13 (van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek), dan komt de eerdergenoemde bevoegdheid tot opvorderen uitsluitend toe aan de echtgenoot van de erflater. Dit houdt in dat als de erfenis volgens de regels van artikel 13 is verdeeld, alleen de echtgenoot van de overledene het recht heeft om deze goederen op te eisen.