Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 5. Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen
Afdeling 6. Executeurs
Artikel 144

Artikel 144 (Taken en beloning executeur nalatenschap)

Laatste versie

1. Onverminderd de testamentaire lasten die de erflater aan de executeur mocht hebben opgelegd, heeft deze, voor zover de erflater niet anders heeft beschikt, tot taak de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan.

2. Tenzij bij uiterste wil anders is geregeld, komt de executeur, of als er meer dan een executeur is, hun tezamen, een ten honderd van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag toe.

3. Artikel 159 leden 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd de testamentaire lasten die de erflater aan de executeur mocht hebben opgelegd, heeft deze, voor zover de erflater niet anders heeft beschikt, tot taak de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan.

Dit lid bepaalt dat de executeur, naast de testamentaire lasten die de erflater hem eventueel heeft opgelegd, de taak heeft om de goederen van de nalatenschap te beheren. Dit geldt tenzij de erflater anders heeft bepaald. Verder moet de executeur de schulden van de nalatenschap voldoen die gedurende zijn beheer uit die goederen betaald moeten worden.

2. Tenzij bij uiterste wil anders is geregeld, komt de executeur, of als er meer dan een executeur is, hun tezamen, een ten honderd van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag toe.

Dit lid stelt dat, behalve als in de uiterste wil anders is bepaald, de executeur recht heeft op een beloning. Deze beloning bedraagt één procent (een ten honderd) van de waarde van het vermogen van de erflater op de dag van zijn overlijden (sterfdag). Indien er meerdere executeurs zijn, ontvangen zij dit percentage gezamenlijk.

3. Artikel 159 leden 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen van artikel 159, specifiek leden 2 en 3, op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de executeur.