Artikel 131 (Testamentaire last vervallenverklaring recht)
1. Een erfgenaam of legataris op wie een testamentaire last rust, verkrijgt zijn recht onder de ontbindende voorwaarde dat het wegens niet-uitvoering van de last wordt vervallen verklaard door de rechter.
2. De vervallenverklaring kan door de rechter worden uitgesproken op verzoek van elke onmiddellijk bij de vervallenverklaring belanghebbende.
3. Een erfgenaam die met zijn gehele vermogen jegens schuldeisers van de erflater en legatarissen aansprakelijk was, blijft jegens hen na de vervallenverklaring van zijn recht tot voldoening gehouden, onverminderd zijn recht van verhaal op degenen aan wie het door hem geërfde opkomt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een erfgenaam of legataris op wie een testamentaire last rust, verkrijgt zijn recht onder de ontbindende voorwaarde dat het wegens niet-uitvoering van de last wordt vervallen verklaard door de rechter.
Dit lid bepaalt dat een erfgenaam of legataris die een testamentaire last opgelegd heeft gekregen, zijn recht verkrijgt onder een ontbindende voorwaarde. Deze voorwaarde houdt in dat zijn recht door de rechter vervallen kan worden verklaard als de testamentaire last niet wordt uitgevoerd.
2. De vervallenverklaring kan door de rechter worden uitgesproken op verzoek van elke onmiddellijk bij de vervallenverklaring belanghebbende.
Dit lid stelt dat de rechter de vervallenverklaring kan uitspreken. Dit gebeurt op verzoek van iedere persoon die een onmiddellijk belang heeft bij die vervallenverklaring.
3. Een erfgenaam die met zijn gehele vermogen jegens schuldeisers van de erflater en legatarissen aansprakelijk was, blijft jegens hen na de vervallenverklaring van zijn recht tot voldoening gehouden, onverminderd zijn recht van verhaal op degenen aan wie het door hem geërfde opkomt.
Dit lid regelt dat een erfgenaam die met zijn volledige vermogen aansprakelijk was tegenover schuldeisers van de overledene (erflater) en legatarissen, ook na de vervallenverklaring van zijn recht verplicht blijft hen te betalen (tot voldoening gehouden). Dit doet echter niets af aan zijn recht om het betaalde terug te vorderen (recht van verhaal) van de personen aan wie het door hem geërfde vermogen toekomt (opkomt).