Burgerlijk Wetboek Boek 4

1. Een legataris wiens legaat wordt ingekort of verminderd, is bevoegd volledige voldoening van het legaat te verlangen, mits hij het bedrag van de inkorting of vermindering in geld oplegt.

Dit betekent letterlijk: Een legataris (de ontvanger van een legaat) wiens legaat (een specifieke making uit een erfenis) wordt ingekort of verminderd, heeft de bevoegdheid (het recht) om de volledige voldoening (de volledige uitvoering) van het legaat te verlangen (eisen). Dit mag hij doen op voorwaarde (mits) dat hij het bedrag van de inkorting of vermindering (het deel waarmee het legaat is gekort) zelf in geld oplegt (bijbetaalt of ter beschikking stelt).

2. Maakt de legataris geen gebruik van deze bevoegdheid, dan kan de wederpartij ermede volstaan hem de waarde van het ingekorte of verminderde legaat uit te keren.

Dit betekent letterlijk: Indien de legataris geen gebruik maakt van de hiervoor genoemde bevoegdheid (om volledige voldoening te eisen tegen bijbetaling), dan kan de wederpartij (degene die het legaat moet uitkeren, meestal de erfgenaam of executeur) ermede volstaan (genoegen nemen met) de legataris slechts de waarde van het ingekorte of verminderde legaat uit te keren (te betalen).