Artikel 107 (Termijn vernietigbaarheid noodtestamenten)
1. De uiterste willen, bedoeld in de artikelen 98 en 100 tot en met 104, zijn vernietigbaar, indien de erflater overlijdt meer dan zes maanden nadat voor hem de mogelijkheid is geëindigd, een uiterste wil te maken op een van de in die artikelen genoemde wijzen.
2. De termijn wordt telkens met een maand verlengd, indien de erflater redelijkerwijze niet in staat is geweest in de laatstverstreken maand een uiterste wil te maken.
Uitleg in duidelijke taal
1. De uiterste willen, bedoeld in de artikelen 98 en 100 tot en met 104, zijn vernietigbaar, indien de erflater overlijdt meer dan zes maanden nadat voor hem de mogelijkheid is geëindigd, een uiterste wil te maken op een van de in die artikelen genoemde wijzen.
Dit lid bepaalt dat de uiterste willen, specifiek die welke zijn omschreven in de artikelen 98 en 100 tot en met 104 van het Burgerlijk Wetboek Boek 4, vernietigbaar zijn. Deze vernietigbaarheid treedt in indien de erflater overlijdt meer dan zes maanden nadat voor hem de mogelijkheid is geëindigd om een uiterste wil op te maken op een van de wijzen die in de genoemde artikelen zijn beschreven.
2. De termijn wordt telkens met een maand verlengd, indien de erflater redelijkerwijze niet in staat is geweest in de laatstverstreken maand een uiterste wil te maken.
Dit lid stelt dat de eerdergenoemde termijn van zes maanden telkens met een maand wordt verlengd. Dit gebeurt indien de erflater redelijkerwijze niet in staat is geweest om in de laatstverstreken maand een uiterste wil op te maken.