Burgerlijk Wetboek Boek 3

Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.

Dit artikel definieert wat onder vermogensrechten wordt verstaan. Het stelt dat rechten als vermogensrechten worden beschouwd indien zij aan een van de volgende kenmerken voldoen:

1. Ze zijn overdraagbaar, wat betekent dat ze hetzij afzonderlijk, hetzij tezamen met een ander recht aan iemand anders kunnen worden overgedragen.
2. Of, ze hebben tot doel de rechthebbende (de persoon die het recht bezit) stoffelijk voordeel (materieel, economisch voordeel) te verschaffen.
3. Ofwel, ze zijn verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel dat reeds is verstrekt of dat in het vooruitzicht is gesteld (beloofd).