Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 2. Rechtshandelingen
Artikel 53

Artikel 53 (Vernietiging rechtshandeling terugwerkende kracht rechterlijke matiging)

Laatste versie

1. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

2. Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

Dit betekent dat de vernietiging juridisch effect heeft vanaf het exacte moment dat de rechtshandeling oorspronkelijk werd uitgevoerd, alsof de rechtshandeling vanaf dat beginpunt nooit heeft bestaan.

2. Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.

Dit houdt in dat, wanneer de gevolgen die al zijn ontstaan door een rechtshandeling moeilijk zijn terug te draaien (bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden), de rechter op verzoek kan beslissen dat de vernietiging niet, of slechts gedeeltelijk, haar terugwerkende kracht behoudt (haar werking ontzeggen). Bovendien kan de rechter een partij die door deze situatie op een onredelijke manier voordeel verkrijgt (onbillijk wordt bevoordeeld), de verplichting opleggen om een geldbedrag te betalen (uitkering in geld) aan de partij die hierdoor nadeel ondervindt (benadeeld wordt).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad561x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC2837

ECLI:NL:HR:2008:BC283728 maart 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen En Familierecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad486x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand

ECLI:NL:HR:2021:167712 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad96x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1046 - Hoge Raad over Dwaling, Nadeel en Mededelingsplicht bij Renteswaps

ECLI:NL:HR:2019:104628 juni 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een beroep op dwaling bij renteswaps is nadeel niet vereist, maar de gevolgen van vernietiging kunnen worden beperkt om onredelijke voordelen te voorkomen. Een bank voldoet aan haar mededelingsplicht met duidelijke productinformatie. Een verborgen marge is zelden een succesvolle grond voor dwaling.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7321

ECLI:NL:HR:2002:AD732118 januari 2002Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:213 - Bedrog bij sollicitatie: nutteloosheid arbeidsovereenkomst geen vereiste voor vernietiging

ECLI:NL:HR:2020:2137 februari 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een werkgever kan een arbeidsovereenkomst vernietigen wegens bedrog door de werknemer. Het is hiervoor geen extra vereiste dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is gebleken. Eventueel voordeel voor de werkgever wordt meegewogen bij de ongedaanmaking van prestaties, niet bij de vernietiging zelf.

Civiel RechtArbeidsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT2620

ECLI:NL:HR:2005:AT262023 september 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht, Huurrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE8185

ECLI:NL:HR:2002:AE818522 november 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:208 - Vernietiging Aandelenkoop: Voorwaarden voor Ontzegging Terugwerkende Kracht (Art. 3:53 lid 2 BW)

ECLI:NL:HR:2024:2089 februari 2024Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de toepassing van art. 3:53 lid 2 BW na vernietiging van een aandelenkoop. De enkele waardedaling van aandelen maakt ongedaanmaking niet per se 'bezwaarlijk'. Een geldelijke uitkering vereist 'onbillijke bevoordeling' van een partij, niet slechts 'benadeling' van de ander.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:319

ECLI:NL:HR:2020:31921 februari 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:ZC8145

ECLI:NL:HR:2002:ZC814512 juli 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak