Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 2. Rechtshandelingen
Artikel 41

Artikel 41 (Partiële nietigheid rechtshandeling onverbrekelijk verband)

Laatste versie

Betreft een grond van nietigheid slechts een deel van een rechtshandeling, dan blijft deze voor het overige in stand, voor zover dit, gelet op inhoud en strekking van de handeling, niet in onverbrekelijk verband met het nietige deel staat.

Uitleg in duidelijke taal

Betreft een grond van nietigheid slechts een deel van een rechtshandeling, dan blijft deze voor het overige in stand, voor zover dit, gelet op inhoud en strekking van de handeling, niet in onverbrekelijk verband met het nietige deel staat.

Dit artikel stelt dat indien een reden voor ongeldigheid (een grond van nietigheid) slechts een gedeelte van een rechtshandeling raakt, de rechtshandeling voor het overige deel geldig blijft (in stand blijft). Dit is het geval, tenzij dit overige deel, gelet op de inhoud en de bedoeling (strekking) van de rechtshandeling, niet losgekoppeld kan worden van het ongeldige (nietige) deel, omdat het daarmee in een onverbrekelijk verband staat.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad486x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand

ECLI:NL:HR:2021:167712 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad69x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1385

ECLI:NL:HR:2014:138513 juni 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:2123

ECLI:NL:HR:2013:212320 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtMededingingsrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1027 - Bewijswaardering geluidsopname en voordeelstoerekening bij onrechtmatig handelen

ECLI:NL:HR:2018:102729 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een bewijsoordeel onbegrijpelijk is als niet blijkt hoe eerder relevant geacht bewijs (zoals een geluidsopname) is gewogen. Daarnaast bevestigt de Raad dat een voordeel verkregen van een derde, zoals een contractuele boete, voor voordeelstoerekening in aanmerking kan komen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Vastgoedrecht
BelastingrechtOverdrachtsbelasting
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:426 - Uitzendbeding bij ziekte: fictief verzoek inlener in CAO is nietig

ECLI:NL:HR:2023:42617 maart 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een CAO-bepaling die stelt dat een uitzendovereenkomst bij ziekmelding eindigt door een fictief beëindigingsverzoek van de inlener, is nietig. Voor een rechtsgeldig einde van de uitzendovereenkomst op grond van het uitzendbeding is een daadwerkelijk verzoek van de inlener vereist.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AR0285

ECLI:NL:HR:2004:AR02853 december 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
BestuursrechtMededingingsrecht, Europees Bestuursrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD3986

ECLI:NL:HR:2001:AD398616 november 2001Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3552

ECLI:NL:HR:2015:355211 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:1587

ECLI:NL:HR:2020:15879 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2009:BH1990

ECLI:NL:HR:2009:BH199010 april 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak