Artikel 40 (Nietigheid vernietigbaarheid rechtshandeling)
1. Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is nietig.
2. Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.
3. Het vorige lid heeft geen betrekking op wetsbepalingen die niet de strekking hebben de geldigheid van daarmede strijdige rechtshandelingen aan te tasten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is nietig.
Een rechtshandeling is nietig, als de inhoud of strekking ervan in strijd is met de goede zeden of de openbare orde. Dit betekent dat de rechtshandeling geacht wordt nooit te hebben bestaan.
2. Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.
Strijd met een dwingende wetsbepaling maakt een rechtshandeling nietig. Echter, als de wetsbepaling uitsluitend dient ter bescherming van één partij bij een meerzijdige rechtshandeling, is de rechtshandeling slechts vernietigbaar. Dit geldt tenzij uit de strekking van de wetsbepaling anders blijkt.
3. Het vorige lid heeft geen betrekking op wetsbepalingen die niet de strekking hebben de geldigheid van daarmede strijdige rechtshandelingen aan te tasten.
Het tweede lid is niet van toepassing op wetsbepalingen die niet de strekking hebben de geldigheid van rechtshandelingen die ermee in strijd zijn, aan te tasten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:2012 - Effectenlease: Volledige schadevergoeding bij adviserende cliëntenremisier zonder vergunning
Een effectenlease-aanbieder die wist of behoorde te weten dat een cliënt werd aangebracht door een cliëntenremisier die zonder vergunning adviseerde, moet in beginsel de volledige schade van de belegger vergoeden. De standaard eigen schuld-verdeling vervalt dan op grond van de billijkheid.
ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand
De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.
ECLI:NL:HR:2016:2704 - Hoge Raad's Handleiding voor de Veertiendagenbrief en Incassokosten bij Consumenten
De Hoge Raad stelt strikte eisen aan de veertiendagenbrief voor incassokosten bij consumenten. De termijn vangt aan de dag na ontvangst. Een onjuiste of onduidelijke termijn in de brief maakt de aanzegging ongeldig, zonder mogelijkheid tot herstel.
ECLI:NL:HR:2016:2015 - Vergunningplicht voor adviserende cliëntenremisier en gevolgen voor aansprakelijkheid bank
Een cliëntenremisier die naast het aanbrengen van cliënten ook beleggingsadvies geeft, is vergunningplichtig onder de Wte 1995. Een bank die wist of behoorde te weten van dit adviseren en de cliënt toch accepteerde, handelt onrechtmatig, wat leidt tot een zwaardere schadevergoedingsplicht.
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:HR:2009:BH2822
ECLI:NL:HR:2011:BR2045
ECLI:NL:HR:2011:BQ1684
ECLI:NL:HR:2012:BX0345
ECLI:NL:HR:2016:2638 - Aantasting gegunde aanbestedingsovereenkomst: een gesloten systeem van rechtsmiddelen
Na gunning is een aanbestedingsovereenkomst slechts aantastbaar op de limitatieve gronden van art. 4.15 Aanbestedingswet, wilsgebreken of art. 3:40 BW. Andere schendingen van het aanbestedingsrecht, zoals een onterechte samenvoeging van opdrachten, rechtvaardigen geen beëindiging van de gesloten overeenkomst.