Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 2. Rechtshandelingen
Artikel 35

Artikel 35 (Gerechtvaardigd vertrouwen bij wilsontbreken)

Laatste versie

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.

Uitleg in duidelijke taal

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.

Dit betekent letterlijk: Als iemand een verklaring of gedraging van een ander heeft opgevat overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, en dit opvatte als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, dan kan die ander er geen beroep op doen dat zijn wil niet overeenstemde met deze verklaring.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad84x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY6108 - Koot Beheer/Tideman: de Hoge Raad verlaat het 'toedoencriterium' voor boedelschulden - 18 april 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY610818 april 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad preciseert wanneer een schuld als boedelschuld kwalificeert. Een vordering wegens opleveringsschade na beëindiging van een huurovereenkomst door de curator is geen boedelschuld, omdat de verplichting voortvloeit uit de huurovereenkomst en niet voldoet aan de criteria voor boedelschulden.

Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA9610 - Hoge Raad - 20 september 2007

ECLI:NL:HR:2007:BA961020 september 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad75x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD5352 - Hoge Raad - 20 december 2001

ECLI:NL:HR:2001:AD535220 december 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad74x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY4279 - Verdeling huwelijksgemeenschap: peildatum waardering en rente over overbedelingsvordering - 7 februari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY42797 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een feitelijke verdeling impliceert niet automatisch een juridische verdeling ex artikel 3:182 BW. Voor de waarderingspeildatum is wilsovereenstemming over de financiële consequenties vereist. Een rentevergoeding over een overbedelingsvordering is, zonder verzuim, niet op basis van redelijkheid en billijkheid mogelijk; artikel 6:119 BW is leidend.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad69x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2043 - Haviltex en motiveringsplicht bij uitleg overeenkomst en onrechtmatige daad - 1 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:20431 november 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof omdat het onvoldoende gemotiveerd is. Het hof heeft de Haviltex-maatstaf onjuist toegepast door relevante stellingen over een lastgevingsconstructie en een onrechtmatige daad wegens tegenstrijdig belang niet kenbaar in zijn beoordeling te betrekken.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad66x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:315 - Uitleg financieringsvoorbehoud: wilsvertrouwensleer gaat voor zuiver taalkundige betekenis - 23 februari 2017

ECLI:NL:HR:2017:31523 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de uitleg van een beroep op een ontbindende voorwaarde, zoals een financieringsvoorbehoud, is de wilsvertrouwensleer (art. 3:33/3:35 BW) beslissend. Alle omstandigheden zijn van belang; er komt geen beslissend gewicht toe aan de puur taalkundige betekenis, ook niet als uitgangspunt.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad58x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AP1435 - Hoge Raad - 21 oktober 2004

ECLI:NL:HR:2004:AP143521 oktober 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Financieel Recht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS8387 - Hoge Raad - 9 juni 2005

ECLI:NL:HR:2005:AS83879 juni 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2905 - Aanzegging als opzegging en overgangsrecht bij opvolgend werkgeverschap - 16 november 2017

ECLI:NL:HR:2017:290516 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een mededeling van een werkgever kan als opzegging gelden, zelfs als deze is bedoeld als aanzegging. Bij de beoordeling van opvolgend werkgeverschap (WWZ) voor werkgeverswisselingen vóór 1 juli 2015 geldt nog het oude 'zodanige banden'-criterium, ook voor de transitievergoeding.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ0613 - Hoge Raad - 15 maart 2007

ECLI:NL:HR:2007:AZ061315 maart 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Vastgoedrecht