Artikel 33 (Rechtshandeling wil en verklaring)
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Uitleg in duidelijke taal
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Dit artikel bepaalt dat een rechtshandeling vereist dat er een wil is die gericht is op een rechtsgevolg. Bovendien moet deze wil zich hebben geopenbaard door een verklaring.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:BY6108 - Koot Beheer/Tideman: de Hoge Raad verlaat het 'toedoencriterium' voor boedelschulden - 18 april 2013
De Hoge Raad preciseert wanneer een schuld als boedelschuld kwalificeert. Een vordering wegens opleveringsschade na beëindiging van een huurovereenkomst door de curator is geen boedelschuld, omdat de verplichting voortvloeit uit de huurovereenkomst en niet voldoet aan de criteria voor boedelschulden.
ECLI:NL:HR:2007:BA9610 - Hoge Raad - 20 september 2007
ECLI:NL:HR:2001:AD5352 - Hoge Raad - 20 december 2001
ECLI:NL:HR:2018:2043 - Haviltex en motiveringsplicht bij uitleg overeenkomst en onrechtmatige daad - 1 november 2018
De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof omdat het onvoldoende gemotiveerd is. Het hof heeft de Haviltex-maatstaf onjuist toegepast door relevante stellingen over een lastgevingsconstructie en een onrechtmatige daad wegens tegenstrijdig belang niet kenbaar in zijn beoordeling te betrekken.
ECLI:NL:HR:2017:315 - Uitleg financieringsvoorbehoud: wilsvertrouwensleer gaat voor zuiver taalkundige betekenis - 23 februari 2017
Bij de uitleg van een beroep op een ontbindende voorwaarde, zoals een financieringsvoorbehoud, is de wilsvertrouwensleer (art. 3:33/3:35 BW) beslissend. Alle omstandigheden zijn van belang; er komt geen beslissend gewicht toe aan de puur taalkundige betekenis, ook niet als uitgangspunt.
ECLI:NL:HR:2004:AP1435 - Hoge Raad - 21 oktober 2004
ECLI:NL:HR:2017:2905 - Aanzegging als opzegging en overgangsrecht bij opvolgend werkgeverschap - 16 november 2017
Een mededeling van een werkgever kan als opzegging gelden, zelfs als deze is bedoeld als aanzegging. Bij de beoordeling van opvolgend werkgeverschap (WWZ) voor werkgeverswisselingen vóór 1 juli 2015 geldt nog het oude 'zodanige banden'-criterium, ook voor de transitievergoeding.
ECLI:NL:HR:2005:AS8387 - Hoge Raad - 9 juni 2005
ECLI:NL:HR:2007:BB4765 - Hoge Raad - 13 december 2007
ECLI:NL:HR:2012:BW9243 - Uitleg volmacht voor opt-outverklaring WCAM via Haviltex-maatstaf - 11 oktober 2012
De vraag of een volmacht toereikend is voor een opt-outverklaring (art. 7:908 lid 2 BW) moet worden beantwoord aan de hand van art. 3:33 en 3:35 BW. Het komt aan op wat volmachtgever en gevolmachtigde over en weer hebben verklaard en mochten begrijpen.