Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 11. Rechtsvorderingen
Artikel 298

Artikel 298 (Botsende rechten op levering)

Laatste versie

Vervolgen twee of meer schuldeisers ten aanzien van één goed met elkaar botsende rechten op levering, dan gaat in hun onderlinge verhouding het oudste recht op levering voor, tenzij uit de wet, uit de aard van hun rechten, of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit.

Uitleg in duidelijke taal

Vervolgen twee of meer schuldeisers ten aanzien van één goed met elkaar botsende rechten op levering, dan gaat in hun onderlinge verhouding het oudste recht op levering voor, tenzij uit de wet, uit de aard van hun rechten, of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit.

Dit betekent letterlijk: Als twee of meer schuldeisers met betrekking tot één specifiek goed rechten op levering geldend maken die met elkaar botsen, dan krijgt in de onderlinge verhouding tussen deze schuldeisers het oudste recht op levering voorrang. Deze hoofdregel is niet van toepassing indien uit de wet, uit de aard van hun specifieke rechten, of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere uitkomst voortvloeit.